Druk op de middelste bedieningsknop onder het
pictogram "Therapie beginnen" om de therapie te
beginnen. De LED's op het voorpaneel en de
onderzijde van de pomp worden groen.
OPMERKING
Als de pomp aan is en één of meer manchetten op de
pomp zijn aangesloten, maar de therapie niet binnen
15 minuten wordt gestart, gaat een alarm af. Als niets
wordt gedaan om de therapie te beginnen of het alarm
uit te schakelen, wordt de pomp 15 minuten nadat het
alarm begint, uitgeschakeld (zie "Problemen
oplossen" op pagina 25).
Aangeraden wordt om de volgende controles uit te
voeren bij het begin van en gedurende de therapie:
• Controleer de LED-schermpictogrammen om te
bevestigen dat de juiste type manchet is aangesloten.
• Controleer het LCD-scherm tijdens het opblazen
van de manchet om er zeker van de zijn dat geen
foutmeldingen verschijnen en dat de juiste druk
wordt gerealiseerd. De standaard voorgeschreven
opblaasdruk voor de verschillende manchetten is:
• Voetmanchet: 130 mm Hg.
• Uniforme kuit- en kuit- & dijmanchetten: 40 mm Hg.
• Sequentiële kuit- en kuit- & dijmanchetten:
45 mm Hg.
• Controleer of er geen knikken in de slangenset zijn.
• Controleer of de slangenset en aansluitingen geen
ongemak veroorzaken bij de zorgvrager.
• Controleer regelmatig of de manchetten goed
blijven zitten.
De pomp zal elke manchet oppompen en laten
leeglopen in een bepaalde volgorde, te beginnen met de
manchet die is aangesloten op slangensetconnector 1.
De manchetdruk wordt linksboven op het scherm
getoond. De therapietijd wordt rechtsonder op het
scherm weergegeven.
OPMERKING
Het onderstaande voorbeeld toont twee
voetmanchetten aangesloten op de pomp.
1. Beide manchetten zijn in eerste instantie leeg en
de mancheticonen worden getoond als omtrekken.
16