Gewiss
6. Voorbereiding voor de installatie van het apparaat
Om de locatie van het apparaat te bepalen en de installatie ervan te programmeren, moet een reeks aanduidingen worden gevolgd
betreffende de kenmerken van het apparaat zelf.
6.1. Omgeving
•
Plaats de oplaadstations op een toegankelijke plaats voor de installatie en het onderhoud, zodat de LED-indicatoren kunnen
gebruikt en gelezen worden.
•
Plaats geen materiaal dat gevoelig is voor hoge temperaturen nabij de luchtuitlaat.
•
Vermijd corrosieve omgevingen die de correcte werking van de inrichting kunnen beïnvloeden.
•
Het is verboden om voorwerpen op het apparaat achter te laten.
•
Vermijd plaatsing in de buurt van metalen roosters of wanden in geval van aangesloten producten, om signaalverstoring
te voorkomen.
6.2. Omgevingscondities
De bedrijfsomstandigheden van de producten in de standaardconfiguraties en met de accessoires (ventilator en verwarming) staan
hieronder vermeld:
Maximum relatieve vochtigheid zonder condens
Houd er rekening mee dat er af en toe matige condensatie kan optreden als gevolg van temperatuurwisselingen. Daarom is het, naast
de bescherming die voor het apparaat beschikbaar is, noodzakelijk om de oplaadstations te controleren wanneer ze in gebruik worden
genomen op plaatsen waar het waarschijnlijk is dat niet aan alle hierboven beschreven voorwaarden is voldaan.
Schakel de spanning op het apparaat niet in als condensatie aanwezig is.
OPMERKING: Als de omgevingstemperatuur hoger is dan 40°C moet er een geschikte afdekking voorzien worden zodat het product
wordt beschermd tegen de zonnestralen.
6.3. Steun- en bevestigingsvlak (versie oplaadpaal)
Kies een regelmatig en stevig oppervlak om het apparaat te verankeren, dat perfect verticaal moet zijn.
Het oppervlak waarop de producten moeten worden geïnstalleerd, moet correct voorbereid en gerealiseerd worden op basis van het
type van het terrein om de correcte stabiliteit van het product tijdens het gebruik te garanderen. Hiervoor wordt aanbevolen om de
bijgeleverde sokkel (versie oplaadpaal) te gebruiken en in de grond te bevestigen met behulp van trekstangen (niet bijgeleverd), ankers
of inbedding in het beton.
308
Omgevingscondities
Minimum bedrijfstemperatuur
Maximum bedrijfstemperatuur
Voorbereiding voor de installatie van het apparaat
Laadpaal
Wallbox
-25 °C
-25 °C
50 °C
50 °C
95%
95%
7.55.4.515.2 - Installatie- en gebruikshandleiding