b)Controleer regelmatig het voedingssnoer
van het apparaat, en laat dit in geval van
beschadiging vernieuwen door een erkend
vakman. Controleer de verlengsnoeren
regelmatig en vervang deze in geval van
beschadiging. Wordt het net- of ver-
lengsnoer tijdens het werk beschadigd,
dan mag u het niet aanraken. Trek de
stekker uit het stopcontact. Door bescha-
digde aansluit- en verlengkabels ontstaat
het risico van een elektrische schok.
c) Het gebruik van een lekstroombeveili-
gingschakelaar draagt bij aan de arbeids-
veiligheid.
1.3.4 Werkomgeving
a) Zorg voor een goede verlichting van het
werkgebied.
b)Zorg voor een goede ventilatie van de
werkomgeving. Door een slecht geven-
tileerde werkomgeving kan schade aan
de gezondheid ontstaan als gevolg van
stofbelasting.
1.3.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt
bevinden, moeten tijdens het gebruik van
het apparaat een geschikte veiligheidsbril,
een helm, oorbeschermers, werkhand-
schoenen en, wanneer ze geen stofafzuiging
gebruiken, een licht stofmasker dragen.
Oorbeschermers
Veiligheidsbril
Helm
dragen
dragen
dragen
Werkhand-
Licht
schoenen dra-
stofmasker
gen
dragen
Printed: 14.05.2014 | Doc-Nr: PUB / 5071332 / 000 / 02
All manuals and user guides at all-guides.com
2. Reglementair gebruik
Het apparaat is bestemd voor het zagen van
zacht- en hardhout, multiplex, spaanplaat, kunst-
stof e.d. tot een snijdiepte van 85 mm. Het zagen
van metalen is niet toegestaan! De gebruiker
van de machine is verantwoordelijk voor bescha-
diging door ondeskundig gebruik, bijvoorbeeld
door het dragen aan de kabel of aan de stekker
trekken m.b.v. de kabel. Zaagbladen die niet vol-
doen aan de weergegeven karakteristieken (bijv.
diameter, toerental, dikte) doorslijp- en slijp-
schijven en zaagbladen van hooggelegeerd snel-
draaistaal (HSS-staal) mogen niet worden gebruikt.
Er mag geen metaal worden gezaagd. De vei-
ligheidsinstructies en algemeen geldende voor-
schriften ter voorkoming van ongevallen bij het
werken met elektrisch gereedschap moeten in acht
worden genomen.
3. Gebruik / functies
Voor de inbedrijfname
Voor de inbedrijfname moet worden gecon-
troleerd of het zaagblad vast zit en moet de
instelling van de geleidingsplatt worden
gecontroleerd.
■ Pas op! Voor het instellen van de gelei-
dingsplatt de stekker uit het stopcontact trek-
ken. De dikte van de spleetbout moet kleiner
zijn dan de zaagbreedte van het zaagblad en
groter dan of gelijk aan de dikte van het cen-
trum.
Om veiligheidsredenen moet de geleidingsplatt
altijd worden gebruikt. Daardoor wordt voor-
komen dat het zaagblad vastgeklemd raakt. Het
instellen moet bij maximale zaagdiepte gebeu-
ren. Draai de schroeven 14 vast, stel de gelei-
dingsplatt 9 in (Afb.5) en draai de schroeven 14
weer vast.
■ Voor de inbedrijfname hulpstukken ver-
wijderen.
Inbedrijfname
■ Houd het apparaat tijdens het werken goed
vast en zorg ervoor dat u stevig staat.
■ Zet het apparaat alleen neer met gesloten
beschermkap.
De netspanning moet overeenkomen met de
waarde op het typeplaatje.
In- en uitschakelen van het apparaat
■ Pas op! Machine alleen inschakelen als
het zaagblad geen contact maakt met het
werkstuk.
Inschakelen: inschakelblokkering 17 en aan/uit-
schakelaar 18 tegelijk indrukken.
Uitschakelen: aan/uitschakelaar 18 loslaten.
De handcirkelzaag is voorzien van een auto-
matische zaagbladrem. Na het loslaten van de
in/uitschakelaar 18 begint het remproces on-
middellijk en komt het blad van de cirkelzaag
snel tot stilstand.
Bescherming van het zaagblad
■ Bescherm uw zaagblad tegen beschadigingen.
■ Leg het cirkelzaagblad nooit op een harde on-
dergrond. De hardmetalen tanden kunnen daar-
door beschadigd worden.
Het wisselen van zaagblad (Afb. 3)
■ Pas op! Voor het wisselen van zaagblad
de stekker uit het stopcontact trekken.
Het apparaat neerzetten op de strips aan de mo-
torkant. Om de zaagspil tijdens het monteren en
demonteren van het zaagblad te blokkeren houd
u met één hand de drukknop voor de spilver-
grendeling 10 ingedrukt.
Demonteren van het zaagblad (Afb. 3)
De binnenzeskantsleutel voor het losdraaien van
de flensschroef bevindt zich onder de motoraf-
dekking. Met de instelhendel voor de zaagdiep-
te 1 stelt u het apparaat op de zaagdiepte 0 in.
Draai (tegen de klok in) met de binnenzeskant-
sleutel 19 de schroef 11 eruit en neem de span-
flens 12 af (Afb. 3), klap de beschermkap 13 te-
rug, houd deze vast en verwijder het cirkel-
zaagblad.
Monteren van het zaagblad (Afb. 3/5)
Let nu bij het inzetten van het zaagblad op de
draairichting: de tanden en de pijl van het zaag-
blad moeten in dezelfde richting staan als de
pijl boven op de beschermkap. Steek vervol-
gens de spanflens 12 op en draai de schroef 11
vast. Controleer of de binnenste spanflens 7
goed zit en maak de oppervlakken vrij van hout-
spanen en ander vuil. De dikte van de spleet-
bout moet kleiner zijn dan de zaagbreedte
van het zaagblad en groter dan of gelijk aan
de dikte van het stamblad.
■ Vergelijk de gegevens van het zaagblad
met die van het apparaat.
4. Stofafzuiging
AANWIJZING
De handcirkelzaag is uitgerust met een aan-
sluitstuk dat geschikt is voor gangbare zui-
gerslangen met een diameter = 27 mm. Om
de stofzuigerslang met de zaag te verbin-
den moet zo nodig een geschikte adapter
worden gebruikt.
ATTENTIE
Stoffen zijn bedreigend voor de gezondheid en
kunnen ziekten aan de luchtwegen en de huid
en allergische reacties veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bepaalde stoffen gelden als kankerverwekkend.
Dit zijn minerale stoffen en stoffen van eiken
en/of beuken, met name in verbinding met ad-
43