1. Veiligheidsinstructies
1.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheids-
voorschriften. Wanneer de veiligheids-
voorschriften en aanwijzingen niet in acht
worden genomen, kan dit een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg
hebben. Bewaar alle veiligheidsinstruc-
ties en voorschriften goed. Het in de vei-
ligheidsvoorschriften gebruikte begrip
"elektrisch gereedschap" heeft betrekking
op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aan-
gedreven elektrische gereedschappen
(zonder aansluitkabel).
1.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed
verlicht. Een rommelige of onverlichte
werkomgeving kan tot ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explo-
sieve omgeving waarin zich brandbare
vloeistoffen, gassen of stoffen bevin-
den. Elektrische gereedschappen ver-
oorzaken vonken die het stof of de dam-
pen tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens
het gebruik van het elektrische gereed-
schap uit de buurt. Wanneer u wordt afge-
leid, kunt u de controle over het apparaat
verliezen.
1.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch
gereedschap moet in het stopcontact
passen. De stekker mag in geen geval
worden veranderd. Gebruik geen adap-
terstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveran-
40
Printed: 14.05.2014 | Doc-Nr: PUB / 5071332 / 000 / 02
All manuals and user guides at all-guides.com
derde stekkers en passende stopcontac-
ten beperken het risico van een elektri-
sche schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met
geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van
buizen, verwarmingen, fornuizen en
koelkasten. Er bestaat een verhoogd risi-
co door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de
buurt van regen en vocht. Het binnen-
dringen van water in het elektrische gereed-
schap vergroot het risico van een elektri-
sche schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd
doel, om het elektrisch gereedschap te
dragen of op te hangen of om de stek-
ker uit het stopcontact te trekken. Houd
de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereed-
schapsdelen. Beschadigde of in de war
geraakte kabels vergroten het risico van
een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch
gereedschap werkt, dient u alleen ver-
lengkabels te gebruiken ie voor gebruik
buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik
van een voor gebruik buitenshuis geschik-
te verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereed-
schap in een vochtige omgeving absoluut
noodzakelijk is, gebruik dan een lek-
stroomschakelaar. Het gebruik van een lek-
stroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
1.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en
ga met verstand te werk bij het gebruik
van het elektrische gereedschap. Gebruik
het elektrisch gereedschap niet wanneer
u moe bent of onder invloed staat van
drugs, alcohol of medicijnen. Een moment
van onoplettendheid bij het gebruik van
het elektrisch gereedschap kan tot ern-
stig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende
uitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het
dragen van een persoonlijke bescher-
mende uitrusting, zoals een stofmasker, slip-
vaste werkschoenen, een veiligheidshelm
of gehoorbescherming, afhankelijk van
de aard en het gebruik van het elektrische
gereedschap, vermindert het risico op let-
sel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Con-
troleer of het elektrisch gereedschap is
uitgeschakeld voordat u de stekker in
het stopcontact steekt en/of de accu aan-
brengt, of het gereedschap optilt of draagt.
Wanneer u bij het dragen van het elek-
trisch gereedschap uw vinger aan de scha-
kelaar hebt of wanneer u het gereedschap
ingeschakeld op de stroomvoorziening
aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of
schroefsleutels voordat u het elektrisch
gereedschap inschakelt. Instelgereed-
schap of een sleutel in een draaiend deel
van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding
aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en
steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt
u het elektrisch gereedschap in onver-
wachte situaties beter onder controle hou-
den.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag
geen loshangende kleding of sieraden.
Houd haren, kleding en handschoenen uit
de buurt van bewegende delen. Los-
hangende kleding, sieraden en lange haren
kunnen door bewegende delen worden
meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoor-
zieningen kunnen worden gemonteerd,
dient u zich ervan te verzekeren dat deze
zijn aangesloten en juist worden gebruikt.
Het gebruik van een stofafzuigsysteem
kan de gevaren door stof beperken.
1.1.4 Gebruik en hantering van het elek-
trisch gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik
voor uw werkzaamheden het daarvoor
bestemde elektrische gereedschap. Met
het passende elektrische gereedschap
werkt u beter en veiliger binnen het aan-
gegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap
waarvan de schakelaar defect is. Elek-
trisch gereedschap dat niet meer kan wor-
den in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of
de accu uit het apparaat voordat u het
gereedschap instelt, toebehoren wisselt
of het apparaat weglegt. Deze voor-
zorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star-
ten van het elektrisch gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereed-
schappen buiten bereik van kinderen.
Laat het gereedschap niet gebruiken
door personen die er niet mee vertrouwd
zijn en deze aanwijzingen niet hebben
gelezen. Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk wanneer deze door onervaren
personen worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat
om. Controleer of bewegende delen cor-
rect functioneren en niet vastklemmen
en of onderdelen gebroken of zodanig
beschadigd zijn dat de werking van het
apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u
het apparaat gebruikt. Veel ongevallen