iNSTallaTiE
montage
f Trek op het toestel de stekker eruit die de bedieningseenheid
met het toestel verbindt.
10.2 Toestel ophangen
Materiële schade
!
Indien het toestel niet waterpas gemonteerd wordt, kan
het condensaat niet naar behoren wegstromen. Ongecon-
troleerd uitlopend condensaat kan de vloer of voorwer-
pen in de buurt van het toestel beschadigen.
Materiële schade
!
f Controleer of de wand het gewicht van het toestel
dragen kan.
f Gebruik voor het vastzetten van de rail, afhankelijk
van de structuur van de muur, pluggen en schroeven
die daarvoor geschikt zijn.
f Haal de wandbevestiging van het toestel af.
f Bevestig de wandbevestiging met vier schroeven aan de
wand. Het opschrift "TOP" moet boven zitten. De wandbeves-
tiging moet waterpas hangen.
f Schroef indien nodig de meegeleverde stergrepen als af-
standshouder aan de achterzijde onder in het toestel.
f Haak het toestel in de haken van de wandbevestiging.
f Draai de eerder gemonteerde stergrepen als afstandshouder
iets in of uit indien het toestel niet waterpas hangt.
10.3 Condensaatafvoerslang aansluiten
Materiële schade
!
Om een storingsvrije afvoer van het condensaat te waar-
borgen, mag de condensaatafvoerslang bij het plaatsen
niet geknikt worden. De condensaatafvoerslang moet met
een verval van ten minste 10% gelegd worden. Het toestel
moet waterpas gemonteerd zijn.
De afvoerleiding mag slechts één sifon hebben. Daarna
moet het condensaat vrij kunnen uitlopen. Het condens-
aat moet via de riolering van de woning wegstromen. De
leidingen mogen in de riolering van de woning achter
de sifon niet stijgen. De condensaatafvoer moet vorstvrij
zijn.
64
| VRC-W 400 (E)
Materiële schade
!
Een vlotterschakelaar voorkomt dat het condensaat de
delen in het toestel bereikt die onder spanning staan.
Indien de condensaatafvoerslang verkeerd geïnstalleerd
is, kan de vlotterschakelaar een ongecontroleerde uitloop
van het condensaat niet voorkomen.
Info
In de condensaatafvoer mag tussen het toestel en de sifon
geen onderbreking zijn, zodat het toestel luchtdicht is.
Gebruik de condensaatafvoerslang en de ophangbeugel
die zijn meegeleverd.
Meegeleverd zijn een condensaatafvoerslang en een slangklem.
De condensaatafvoerslang wordt met zijn dunnere uiteinde aan-
gesloten op het toestel.
f Monteer de condensaatafvoerslang met de meegeleverde op-
hangbeugel zo, dat een sifon met een blokkeerwaterhoogte
van ten minste 80 mm ontstaat.
f Giet voor het aansluiten van de condensaatafvoerslang op
het toestel water in de sifon.
1
1 Slangklem
f Schuif de slangklem zo ver op de condensaatafvoerslang dat
u de slang zonder te drukken op de slangklem op de con-
densaatafvoermof kunt schuiven.
f Schuif de condensaatafvoerslang op de
condensaatafvoermof.
f Schuif de slangklem in de richting van het toestel, zodat deze
de slang op de condensaatafvoermof fixeert.
www.stiebel-eltron.com