4
Gebruik
4.1
Gebruiksvoorwaarden
De omgevingsbelasting moet vóór gebruik worden vastgesteld, omdat de
geschiktheid van het gaspak niet pas tijdens gebruik kan worden vastgesteld.
Het gaspak moet geschikt zijn voor het specifieke gebruik.
4.2
Voorbereidingen op het gebruik
1. Gaspak visueel inspecteren. Gaspak niet gebruiken wanneer het
beschadigd is!
2. Zonder schoenen in de broekspijpen stappen en veiligheidslaarzen/-
schoenen aantrekken; bij het dragen van laarzen de voetuiteinden over de
laarzen trekken.
3. Armen in de mouwen steken. Duimlus over de duim trekken.
4. Ritssluiting sluiten.
5. Dubbele afdekflap sluiten. Daarbij erop letten dat de tape of de
klittenbandsluiting volledig aansluit zonder dat lucht wordt opgesloten of
ondichte plekken ontstaan.
a. Variant met klittenbandsluiting: Klittenbandsluitingen op elkaar
aansluiten.
b. Variant met zelfklevende tape: Folie van het tape trekken en de
afdekflap afsluiten.
6. Kap over het hoofd trekken en de kin-afdekking sluiten.
a. Variant met klittenbandsluiting: Klittenbandsluitingen op elkaar
aansluiten.
b. Variant met zelfklevende tape: Folie van het tape trekken en de kin-
afdekking afsluiten.
7. Afhankelijk van de toepassing adembescherming en
veiligheidshandschoenen omdoen.
4.3
Tijdens het gebruik in acht nemen
VOORZICHTIG
Ophoping van warmte in het gaspak kan bewustzijnsverlies veroorzaken.
► Indien nodig een comfortvest van Dräger onder het pak dragen.
–
Inzetduur, inzetlimieten en nationale voorschriften in acht nemen. De
maximale gebruiksduur is mede afhankelijk van het gebruikte
ademluchttoestel.
–
Bij gevaar direct het gecontamineerde gebied verlaten. Ritssluiting pas in
het schone gebied openen.
4.4
Na gebruik
4.4.1
Gaspak voorreinigen
WAARSCHUWING
Contaminatiegevaar!
► Besmette delen niet zonder veiligheidskleding aanraken.
1. Het gecontamineerde gebied verlaten en het gaspak door een helper laten
voorreinigen. De helper moet veiligheidskleding en eventueel
adembescherming dragen. Dräger adviseert om voor de voorreiniging veel
water te gebruiken met toevoeging van wasmiddelen. Op deze wijze kunnen
de meeste chemicaliën (zuren, alkaliën, organica en anorganica) goed
worden afgewassen. Verspreiding van chemicaliën vermijden.
2. Bij verontreiniging met gevaarlijke stoffen het afvalwater volgens de
geldende voorschriften voor afvalverwerking afvoeren.
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger SPC 4400
4.4.2
Gaspak uittrekken
WAARSCHUWING
Contaminatiegevaar!
► Het gaspak alleen in niet gecontamineerd gebied uittrekken.
1. Ritssluiting en afdekflap openen.
2. Kap over het hoofd trekken.
3. Gaspak uittrekken.
4. Ademluchttoestel afdoen.
5
Transport
Gaspak in de originele verpakking transporteren.
6
Opslag
Gaspak donker, koel, droog, luchtig, drukloos en spanningsvrij in de originele
verpakking opslaan. UV-licht en direct zonlicht evenals ozon mijden.
Toegestane opslagtemperatuur in acht nemen, zie (zie "Algemene informatie",
pagina 19).
Als het gaspak niet wordt gebruikt en de opslagvoorwaarden worden
aangehouden, heeft het gaspak met zelfklevende tape een levensduur van
5 jaar. Het gaspak met klittenbandsluiting heeft een levensduur van 10 jaar.
VOORZICHTIG
Indien de opslagvoorwaarden niet in acht worden genomen, kan schade
ontstaan aan het gaspak!
7
Afvoeren
Gaspak overeenkomstig de geldende voorschriften voor het deponeren van
afval afvoeren. Het gaspak kan worden verbrand of naar een stortplaats worden
gebracht. De wijze van afvoer is afhankelijk van de contaminatie.
8
Technische gegevens
8.1
Algemene informatie
Materiaal van het pak
Gewicht
Maat
temperaturen
bij gebruik
bij opslag
8.2
Weerstand tegen vloeistofpenetratie
Chemische stof
Penetratie-index
Butaan-1-ol, onverdund
o-xyleen, onverdund
Natriumhydroxide 10 %
Zwavelzuur 30 %
De controles werden volgens ISO 6530 uitgevoerd.
Gebruik
CPM of CLF
CPM ca. 400 g
CLF ca. 600 g
zie pagina 2, afbeelding B
+10 °C tot +60 °C
-15 °C tot +60 °C
Afwijzingsindex
0,0 %
95 %
0,0 %
95 %
0,0 %
95 %
0,0 %
95 %
|
nl
19