Vergrendelde instelling
Alle instellingen en de keuze van de bedrijfsmodus Handmatig-
0-Automatisch kunnen worden geblokkeerd. De blokkering
wordt na één minuut automatisch geactiveerd.
• Toetsblokkering uit (alle blokkeringen opheffen)
• Deblokkeertoets: druk om te deblokkeren de bevestigings-
toets minstens 3 seconden in
• Deblokkeerwachtwoord: voer het wachtwoord in om te de-
blokkeren
Wachtwoord wijzigen
Hier kan het wachtwoord voor het instellingsmenu worden ge-
wijzigd, de fabrieksinstelling is 3197.
Lichteinstelling
Auto Uit - Achtergrondverlichting gaat na 1 minuut uit
Altijd AAN - Achtergrondverlichting is altijd aan.
Weergavecontrast
Met behulp van de balkweergave kan het contrast worden ge-
wijzigd.
Bedrijfsuren instellen
P1 Op. hrs P1 Cycles
P2 Op. hrs P2 Cycles
Hier kunnen de bedrijfsuren (Op. hrs) of de schakelcycli (Cycles)
worden aangepast. (bij het vervangen van de besturing of het
installeren van een gebruikte pomp).
Fabrieksinstelling
Zet de besturing terug naar de leveringstoestand. De huidige
configuratie, alle gebeurtenismeldingen en bedrijfsgegevens
worden overschreven. Bij de volgende start wordt het inbe-
drijfnamemenu getoond.
Onderhoudsservice
Hier kan het telefoonnummer van de verantwoordelijke klan-
tenservice worden opgeslagen.
Update
Alleen voor de klantenservice van de fabrikant.
Bedrijfsuren afstemmen
Als deze menukeuze actief is, wordt altijd de pomp met de
laagste bedrijfsuren gekozen.
NEDERLANDS
Tijdinstelling
Alleen bij toebehoren RTC-module: tijd en datum kunnen wor-
den ingesteld.
Communicatie
Alleen met toebehoren "GSM-module": er kunnen communica-
tie-instellingen worden uitgevoerd.
FOUTMELDINGEN
Draaiveldfout. Er is geen rechts draaiveld, er ontbreekt een
fase of de nuldraad is niet aangesloten.
Hoogwateralarm. Als het gemeten niveau boven het ingestel-
de alarmniveau ligt of als de hoogwatervlotter schakelt, wordt
deze foutmelding geactiveerd. De pomp wordt ingeschakeld
als er geen storing in de pomp aanwezig is.
Fout Aux. De hulpingang werd geschakeld. De gevolgen voor
de pompbesturing zijn afhankelijk van de configuratie.
Motorbeveiliging. De motorbeveiligingsschakelaar of het mo-
torbeveiligingsrelais van de pomp is geactiveerd. De pomp
wordt uitgeschakeld. Als de fout dan niet meer aanwezig
is, start de besturing opnieuw. Deze fout wordt zelfs na een
stroomstoring opgeslagen. Dit bericht wordt in de EEPROM van
de processor op een spanningsvrije manier opgeslagen.
Overstroom. Als de gemeten motorstroom (stroomtransforma-
tormeting op de printplaat) boven de ingevoerde maximale mo-
torstroom ligt, dan wordt de pomp uitgeschakeld, afhankelijk
van een gesimuleerde tijdstroomkarakteristiek van het motor-
beveiligingsrelais. Na 30 seconden vindt een automatische re-
set plaats. OPMERKING! Deze functie vervangt niet de mecha-
nische motorbeveiligingsschakelaar of het overstroomrelais!
Thermostaat. Het thermisch contact op de pomp heeft gerea-
geerd. De pomp wordt uitgeschakeld.
De pomp start automatisch zodra de thermostaat is afgekoeld.
Looptijd. De maximale looptijd van de pomp is overschreden.
ONDERHOUD
Onderhoud en inspectie van dit product moet worden uitge-
voerd volgens EN 12056-4. Om een permanente operationele
betrouwbaarheid van uw installatie te garanderen, raden wij
aan een onderhoudscontract te sluiten.
LET OP! Het onderhoud van de fecaliënpompinstallatie en de
maatregelen tot instandhouding moeten worden uitgevoerd
door gespecialiseerde vakmensen met tussenpozen van 3 ma-
anden in bedrijven, 6 maanden in appartementgebouwen of 12
maanden in eengezinswoningen).
WAARSCHUWING!
Voorafgaande aan alle werkzaamheden de installatie loskoppe-
len van het elektriciteitsnet en ervoor zorgen dat de installatie
niet door andere personen opnieuw onder spanning kan worden
gezet.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel op mechanische en chemische beschadiging
controleren. Beschadigde of geknikte stroomkabel moeten
45