Het spoelt niet goed.
••
De hoeveelheid, het merk en de bewaaromstandigheden van het wasmiddel zijn
ongeschikt. >>>
wasgoed. Bewaar wasmiddel afgesloten in een vochtvrije ruimte en stel deze niet
bloot aan extreme temperaturen.
••
Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan. >>>
voorwasvak is gedaan zonder het selecteren van een voorwas, kan de machine dit
wasmiddel opnemen tijdens de spoel- of wasverzachterfase. Doe het wasmiddel
in het juiste vak.
••
Pompfilter is verstopt. >>>
••
Afvoerslang is dubbelgevouwen. >>>
Wasgoed werd stijf na het wassen. (**)
••
Er is onvoldoende hoeveelheid wasmiddel gebruikt. >>>
onvoldoende hoeveelheid wasmiddel voor de waterhardheid kan veroorzaken
dat het wasgoed met de tijd stijf wordt. Gebruik een geschikte hoeveelheid
wasmiddel overeenkomstig de waterhardheid.
••
Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan. >>>
voorwasvak is gedaan zonder het selecteren van een voorwas, kan de machine dit
wasmiddel opnemen tijdens de spoel- of wasverzachterfase. Doe het wasmiddel
in het juiste vak.
••
Wasmiddel kan gemengd zijn met de wasverzachter. >>>
wasverzachter met wasmiddel. Was en reinig het doseerbakje met heet water.
Wasgoed ruikt niet naar de wasverzachter. (**)
••
Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan. >>>
voorwasvak is gedaan zonder het selecteren van een voorwas, kan de machine
dit wasmiddel opnemen tijdens de spoel- of wasverzachterfase. Was en reinig
het doseerbakje met heet water. Doe het wasmiddel in het juiste vak.
••
Wasmiddel kan gemengd zijn met de wasverzachter. >>>
wasverzachter met wasmiddel. Was en reinig het doseerbakje met heet water.
Wasmiddelresten in de wasmiddellade. (**)
••
Wasmiddel is in een natte lade gedaan. >>>
wasmiddel in te doen.
••
Het wasmiddel is vochtig geworden. >>>
vochtvrije ruimte en stel deze niet bloot aan extreme temperaturen.
••
Waterdruk is laag. >>>
••
Het wasmiddel in het hoofdwasvak is nat geworden tijdens de waterinname voor
de voorwas. Gaten van het wasmiddelvak zijn geblokkeerd. >>>
gaten en reinig deze als ze zijn verstopt.
••
Er is een probleem met de wasmiddelladekleppen. >>>
geautoriseerde onderhoudsmonteur.
••
Wasmiddel kan gemengd zijn met de wasverzachter. >>>
wasverzachter met wasmiddel. Was en reinig het doseerbakje met heet water.
••
De trommel is niet regelmatig gereinigd. >>>
hiervoor
.
Er is wasmiddel achtergebleven op het wasgoed. (**)
••
Er is teveel wasgoed geladen. >>>
••
Verkeerde programma en temperatuur waren geselecteerd. >>>
juiste programma en de juiste temperatuur voor het te wassen wasgoed.
••
Er is geen geschikt wasmiddel gebruikt. >>>
het te wassen wasgoed.
94
Gebruik een geschikt wasmiddel voor de wasmachine en uw
Controleer het filter.
Controleer de waterdruk.
Overlaad de machine niet.
Indien het wasmiddel in het
Controleer de afvoerslang.
Indien het wasmiddel in het
Indien het wasmiddel in het
Droog de wasmiddellade voor er
Bewaar wasmiddel afgesloten in een
Reinig de trommel regelmatig. Zie
Selecteer het juiste wasmiddel voor
Het gebruik van
Meng geen
Meng geen
Controleer de
Neem contact op met de
Meng geen
Selecteer het