5: De videocamera is wel ingeschakeld maar
kan niet worden bediend.
De videocamera werkt niet normaal.
• Verwijder de cassette en druk vervolgens op
[RESET]. (
) Werkt de camera dan nog niet
-119-
normaal, schakel hem dan uit en schakel hem
na ongeveer 1 minuut weer in. (Als tijdens deze
handeling het lees/schrijflampje van de
geheugenkaart brandt, kunnen de gegevens op
de kaart onherstelbaar worden beschadigd.)
6: De cassette kan niet worden verwijderd.
• Gaat de statusindicator aan wanneer de
cassettedeksel geopend wordt? (
Controleer of de accu en/of de netadapter goed
zijn bevestigd. (
)
-74-
• Is de gebruikte accu leeg? Laad de accu op en
verwijder de cassette.
• Sluit de cassetteklep volledig en open hem
daarna weer. (
)
-75-
7: Alleen de cassette kan worden verwijderd;
alle andere handelingen zijn onmogelijk.
• Is er sprake van condensvorming? Wacht tot
het pictogram voor condensvorming
verdwenen is. (
-120-
8: De afstandsbediening werkt niet.
• Is de knoopbatterij van de afstandsbediening
leeg? Vervang de knoopbatterij. (
• Is de instelling op de afstandsbediening
correct? Als de instelling op de
afstandsbediening niet overeenkomt met de
[Afst. Bediening]-instelling op de videocamera,
werkt de afstandsbediening niet. (
Opnemen
1: Het opnemen begint niet ook al is de
camera goed ingeschakeld en de cassette
goed geplaatst.
• Staat de wisbeveiliging op de cassette open? Is
dit het geval (het schuifje staat op [SAVE]), dan
kan niet op de tape worden opgenomen. (
• Is de tape geheel doorgespoeld naar het
einde? Plaats een nieuwe tape.
• Staat de camera opnemen? Als de camera op
afspelen staat, kan niet worden opgenomen.
(
)
-85-
• Is er sprake van condensvorming? Alleen de
cassette kan dan worden verwijderd alle
andere handelingen zijn onmogelijk. Wacht tot
het pictogram voor condensvorming
verdwenen is. (
-120-
• Is de cassetteklep open? Als de cassetteklep
open is, zal de camera niet goed functioneren.
Sluit de cassetteklep. (
)
-77-
)
)
-83-
)
-84-
)
)
-75-
Diversen
2: De weergave op het scherm verandert
plotseling.
• Is de demonstratie aan de gang? Als u in de
stand Opname op tape de functie
[DEMO stand] >> op [AAN] zet zonder dat een
cassette of een kaart in de camera te plaatsen,
wordt de demonstratie gestart. Voor normaal
gebruik zet u deze functie op [UIT]. (
3: Er kan geen cassette worden geplaatst.
• Is er sprake van condensvorming? Wacht tot
het pictogram voor condensvorming
verdwenen is.
4: De automatische scherpstelling werkt niet.
• Staat de scherpstelling op handbediening? De
scherpstelling vindt alleen automatisch plaats
als deze functie is ingeschakeld.
• Bij bepaalde voorwerpen en omgevingen zal
de automatische scherpstelling niet goed
werken. (
-124-
handmatige scherpstelling kiezen. (
• Is de functie Nachtopname in kleur
ingeschakeld? Bij Nachtopname in kleur wordt
de scherpstelling op handbediening gezet.
Aanwijzingen
1: Een zin wordt midden op het scherm in
rood of geel weergegeven.
• Lees de zin en voer de noodzakelijke actie uit.
(
)
-114-
2: De tijdsaanduiding wordt onnauwkeurig.
0 De teller van de tijdsaanduiding is tijdens
achteruitspelen in slow motion niet altijd
constant. Dit is echter geen defect.
3: Het pictogram voor resterende tapetijd
verdwijnt.
• De aanduiding voor resterende tapetijd kan
tijdelijk verdwijnen als een opname beeld-voor-
beeld wordt afgespeeld of tijdens een andere
handeling. Zodra u verder gaat met normaal
)
-76-
opnemen of afspelen, wordt de aanduiding
hersteld.
4: De aanduiding voor de resterende tapetijd
komt niet overeen met de werkelijk
resterende tapetijd.
• Bij het herhaald opnemen van scènes korter
dan 15 seconden kan de resterende tapetijd
niet correct worden weergegeven.
• Soms is de weergegeven resterende tapetijd 2
tot 3 minuten korter dan de werkelijk
resterende tapetijd.
) Als dit het geval is, kunt u beter
)
-112-
)
-97-
117
VQT0T82