Zagen (afb. 12)
1 Zet het te zagen materiaal vast in een bankschroef
of een andere kleminrichting.
2 Breng de werkstukaanslag (9) in contact met het
werkstuk terwijl u het zaagblad van het werkstuk
weghoudt. Schakel de zaag in.
3 Wanneer de zaag de gewenste snelheid bereikt,
kantelt u langzaam en voorzichtig de hoofdbehui-
zing van het gereedschap zodat het lintzaagblad
in contact komt met het werkstuk. Oefen geen
extra druk uit die groter is dan het gewicht van
de hoofdbehuizing van het gereedschap. Voor-
kom altijd dat het lintzaagblad plotseling krachtig
in contact komt met het oppervlak van het werk-
stuk. Hierdoor raakt het lintzaagblad ernstig be-
schadigd. Voor een maximale levensduur van het
lintzaagblad moet u ervoor zorgen dat er geen
abrupt contact optreedt als u begint te zagen.
4 U verkrijgt een rechte zaagsnede als het lintzaag-
blad op het zijoppervlak van de motorbehuizing
is uitgelijnd. Let hierbij op uw zichthoek. Als u het
zaagblad draait of scheeftrekt, wijkt de zaagsne-
de af van de zaaglijn en wordt de levensduur van
het zaagblad verkort.
AANWIJZING: Als de lintzaag tijdens het zagen
vastloopt of in het materiaal van het werkstuk blijft
steken, moet u onmiddellijk de schakelaar losla-
ten om schade aan het lintzaagblad en de motor
te voorkomen.
5 Het eigen gewicht van het gereedschap zorgt voor
de meest efficiënte neerwaartse zaagdruk. Als de
druk door de gebruiker wordt verhoogd, nemen
de snelheid en levensduur van het zaagblad af.
6 Zware eindstukken die letsel kunnen veroorza-
ken als ze omlaag vallen, moeten worden onder-
steund. Gebruik van veiligheidsschoenen wordt
sterk aanbevolen. Eindstukken kunnen heet en
scherp zijn.
7 Houd indien mogelijk de zaag met beide handen
vast. Als tijdens het zagen slechts één hand op
de zaag rust, moet u de andere hand uit de buurt
van zaagblad houden en moet u voorkomen dat
de zaag na het zagen op het vastgeklemde of on-
dersteunde materiaal neerkomt.
Tips voor beter zagen (afb. 13)
De volgende aanbevelingen moeten als leidraad
worden gebruikt (zie de tabel Aanbevolen zaagposi-
ties). De resultaten zijn afhankelijk van de gebruiker
en het te zagen materiaal.
• Verdraai het lintzaagblad van de band nooit tijdens
het zagen.
• Gebruik nooit vloeibare koelmiddelen voor draag-
bare lintzagen. Het gebruik van vloeibare koelmid-
delen veroorzaakt afzettingen op de wielen en ver-
mindert de prestaties.
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
• Als tijdens het zagen hevige trillingen optreden,
moet u ervoor zorgen dat het te zagen materiaal
goed is vastgeklemd. Als de trillingen niet verdwij-
nen, moet u het lintzaagblad vervangen.
Zaagblad verwijderen (afb. 6-11)
Let op: Netstekker uit het stopcontact!
• Draai de spanhendel (11) van het zaagblad met de
klok mee tot aan de aanslag, om de spanning van
het zaagblad te nemen (zie afbeelding 1).
• Draai de zaag om en leg deze op een werkbank
of tafel.
• Maak de schroeven (a) los en verwijder de zaag-
bladbescherming (8).
• Begin het zaagblad te verwijderen aan de boven-
kant van de zaagbladbescherming (12) en ga zo
verder om de poelies (13) heen. Bij het verwijde-
ren van het zaagblad kan de spanning wegvallen
en het zaagblad losspringen. ZAAGBLADEN ZIJN
SCHERP. DRAAG DAAROM HANDSCHOENEN
(afb. 7 + 8).
• Controleer de geleiderollen (15) en verwijder even-
tuele grote spaanders. Vastzittende spaanders
kunnen het draaien van de geleiderollen belem-
meren, waardoor ze worden afgevlakt.
• Om de poelies (13) zitten rubberen banden (14).
Als het zaagblad wordt vervangen, moet u con-
troleren of de rubberen banden niet loszitten of
beschadiging zijn. Veeg de spaanders van de
rubberen banden op de poelies. Dit verlengt de
levensduur van de banden en voorkomt dat het
zaagblad slipt.
Zaagblad plaatsen (afb. 6-11)
• Plaats het zaagblad zo dat de tanden zich op de
bodem bevinden en in de richting van de werk-
stukaanslag zijn gekanteld, zoals in afbeelding 9
wordt weergegeven.
• Schuif het zaagblad om de geleiderollen (15), zoals
in afbeelding 10 wordt weergegeven.
• Houd het zaagblad vast in de geleiderollen, leg
het om beide poelies (13) en door de werkstukaan-
slag (9).
• Zorg ervoor dat het zaagblad volledig in de gelei-
derollen (15) is geplaatst en recht tegen de rubbe-
ren banden (14) aanzit.
• Draai de spanhendel (11) van het zaagblad tegen
de klok in tot aan de aanslag en draai de zaag
dan voorzichtig zodat de poelies op de werkbank
of tafel rusten. Zorg ervoor dat de tanden van de
lintzaag van u af zijn gericht.
• Draai de schroeven van de zaagbladbescherming
(8) weer vast.
• Let op! De lintzaag mag niet zonder zaagbladbe-
scherming worden gebruikt.
• Schakel de zaag een paar keer in en uit om te
controleren of het zaagblad goed op zijn plaats zit.
NL | 151