Publicité
023321 MONTAGEHANDLEIDING:
1. Demonteer de buiten- en binnenbumper en de nummerbordverlichting in de bumper. Trek het
onderste gedeelte van de bumper met een flinke ruk los. Verwijder de rubber dopjes t.p.v. "B" aan de
onderzijde van de chassisbalken.
Bij uitvoering met smalle bumper moet de aanwezige demontabele plaat samen met de wielkast
bescherming verwijderd worden. Demonteer de achterste uitlaatophanging.
2. Maak 2 gaten in achterwand van de auto. Hierdoor worden de binnenzijden van de chassisbalken
zichtbaar (zie detail ). Behandel de randen van de openingen met een
roestwerend middel.
3. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel
aanwezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten en aanlegvlakken verwijderen. In de
chassisbalken moet de transparante was verwijderd worden.
4. Plaats de schuimrubbermanchetten "1" om de steunen "2" (e.e.a. om de chassisbalken weer af te
sluiten).
5. Schuif de steunen "2" in de chassisbalken en t.p.v. de gaten "A" op de draadeinden.
Maak het hitteschild los en verwijder de omgezette rand. Maak het hitteschild weer vast.
6. Monteer de trekhaak t.p.v. de gaten "B" onder de auto m.b.v. 2 bouten M10x35, incl. 2 sluitringen en 2
veerringen (rechts) en 2 bouten M10x50 (links) incl. 2 afstandsbussen "3", 2 sluitringen en 2
veerringen.
7. Monteer de binnenbumper terug over de draadeinden t.p.v. de gaten "A" m.b.v. de bestaande moeren.
8. Monteer de achterste uitlaatophanging aan de trekhaak t.p.v. de gaten "C" m.b.v. 2 bouten M8x30 en
zelfborgende moeren.
9. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M8 - 23 Nm
M10 - 46 Nm
M12 - 79 Nm
Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken
(volgens gegeven aanhaalmomenten).
10. Monteer de bumper terug. Bij uitvoering met smalle bumper, dient men de bevestigingsgaten van de
demontabele plaat te conserveren voordat dit deel terug gemonteerd word.
11. Monteer de kogel en hoekijzer t.p.v. gaten "D" d.m.v.bouten M12x70, veerringen en moeren
(aanhaalmoment M 12 - 79 Nm).
12. Monteer de stekkerdoosplaat met stripje op het hoekijzer d.m.v. een bout M8x30 en zelfborgende
moer.
13. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt door de
schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon voor wie hij
aansprakelijk is (art. 185, lid N.B.W.).
023321 ANBAUANWEISUNG
1.
Den inneren Stoßfänger, den äußeren Stoßfänger und die Nummernschildbeleuchtung im Stoßfänger
demontieren. Den unteren Teil des Stoßfängers mit starkem Ruck abziehen. Die Gummiabdichtungen bei "B"
an der Unterseite des Chassisrahmens entfernen.
Für Typen mit schmalem Stoßfänger muß die vorhandene demontierbare Platte zusammen mit den
Radkastenschutz entfernt werden. Die hintere Auspuffaufhängung demontieren.
2.
Zwei Löcher in der Rückwand des Fahrzeuges vornehmen. Hierdurch wird die Innenseite des Chassisrahmens
sichtbar (siehe Detail). Die Ränder der Öffnungen mit einem Rostschutzmittel behandeln.
3.
Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen. Im Bereich der
Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
Der transparente Wachs im Chassisrahmen muß entfernt werden.
4.
Die Schaumgummistopfen "1" über die Stützen "2" legen (für das Abdichten der Chassisrahmen).
5.
Die Stützen "2" in den Chassisrahmen schieben und mit den Löchern "A" über die Schraubenspindel schieben.
Das Hitzeschild lösen, den Montagerand entfernen und das Hitzeschild wieder montieren.
6.
Die Anhängevorrichtung mit zwei Schrauben M10x35, einschließlich zwei Unterlegscheiben und zwei
Federringen (rechts) und zwei Schrauben M10x50, einschließlich zwei Distanzbuchsen "3", zwei
Unterlegscheiben und zwei Federringen (links) an die Löcher "B" unter das Fahrzeug montieren.
7.
Den inneren Stoßfänger mit den vorhandenen Muttern wieder über die Schraubenspindel an den Löchern "A"
montieren.
8.
Die hintere Auspuffaufhängung mit zwei Schrauben M8x30 und selbstsichernden Muttern an den Löchern "C"
der Anhängevorrichtung montieren.
9.
Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M8 - 23 Nm
M10 - 46 Nm
M12 - 79 Nm
Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindungen wie angegebennachziehen.
10. Den Stoßfänger wieder montieren. Für Typen mit schmalem Stoßfänger muß man die Befestigungslöcher der
demontierten Platte konservieren bevor dieses Teil wieder montiert wird.
11. Die Kugel und Winkeleisen mit Schrauben M12x70, Federringen und Muttern an den Löchern "D" montieren
(Drehmoment M12-79 Nm).
12. Die Steckdosenhalte platte mit Streifen, Schraube M8x30 und selbstsichernder Mutter auf dem Winkeleisen
montieren.
13. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2 N.B.W.)
Publicité
