4 Bediening
2
3
Afb. 4.11 Instellen van de warmwatertemperatuur
• Schakel het toestel in, zoals beschreven in paragraaf
4.4.
• Stel de draaiknop (3) voor de instelling van de boiler-
temperatuur op de gewenste temperatuur in. Hierbij is:
- Linker aanslag vorstbeveiliging
- Rechter aanslag max.
Bij het instellen van de gewenste temperatuur wordt de
telkens bijbehorende gewenste waarde op het display
(2) weergegeven.
Na ca. vijf seconden verdwijnt deze weergave en op het
display verschijnt opnieuw de standaardweergave (actu-
ele verwarmingsvoorlooptemperatuur).
Attentie!
Verkalkingsgevaar.
Bij een waterhardheid van meer dan 3,57 mol/
3
m
(20 °dh) stelt u de draaiknop (3) maximaal
op de middelste stand in.
Gevaar!
Gevaar voor de gezondheid door de vorming van
legionellabacteriën.
Als het toestel voor de naverwarming in een op
zonne-energie gebaseerde drinkwaterverwar-
mingsinstallatie gebruikt wordt, stelt u de
warmwateruitlooptemperatuur aan de draaiknop
(3) in op minstens 60 °C.
12
plus
pro
i
F
P
ca. 15 °C
70 °C
4.6.2 Warm water tappen
1
bar
Afb. 4.12 Warm water tappen
Bij het opendraaien van een warmwaterkraan (1) aan een
aftappung (wastafel, douche, bad etc.) wordt warm water
uit de aangesloten boiler getapt.
Bij het onderschrijden van de ingestelde boilertempera-
tuur gaat het VC-toestel automatisch in werking en
wordt de boiler naverwarmd. Bij het bereiken van de
gewenste boilertemperatuur schakelt het VC-toestel
automatisch uit. De pomp loopt korte tijd na.
4.7
Instellingen voor het verwarmen
4.7.1 Voorlooptemperatuur instellen
(geen regelapparaat aangesloten)
2
1
Afb. 4.13 Instelling voorlooptemperatuur zonder regelapparaat
Is er geen extern regelapparaat voorhanden, dan stelt u
de voorlooptemperatuur aan de draaiknop (1) naarge-
lang de buitentemperatuur in. Hierbij raden we u de vol-
gende instellingen aan:
plus
pro
i
F
P
Gebruiksaanwijzing ecoTEC
bar