stel bilateraal longgeluid in
1 normaal
2 grof geruis
3 gereutel
4 pneumonie
5 Stridor
6 wheezing
7 geen geluid
Set LL
Set RL
De geluiden selecteert u met de omhoog / omlaag navigatietoetsen
of de cijfertoetsen.
De pijl rechts onderaan het keuzeveld betekent dat er meer
keuzemogelijkheden zijn dan op het scherm zichtbaar is.
Volumes kunt u met de + / - sneltoetsen aanpassen, of door het
volumeveld te selecteren en dan de omhoog / omlaag
navigatietoetsen of de cijfertoetsen te gebruiken.
stel rechterlonggeluid in
1 normaal
2 grof geruis
3 gereutel
4 pneumonie
5 Stridor
6 wheezing
7 geen geluid
Set RL = LL
Set LL
De sneltoetsen LL instellen en RL instellen zijn een alternatieve
manier om individuele (unilaterale) longgeluiden te selecteren.
Druk op OK om de nieuwe selectie toe te passen en naar het
hoofdscherm terug te keren.
Druk op C om terug te keren zonder iets te wijzigen.
Hartgeluiden instellen
stel hartgeluid in
1 normaal
2 aortastenose
3 geruis van Flint (Austin)
4 wrijving
5 mitralis prolaps
6 systolisch geruis
7 diastolisch geruis
Hartgeluiden stelt u op dezelfde manier in als longgeluiden. Gebruik
in het hoofdscherm de links / rechts navigatietoetsen om het
functieveld geluiden te selecteren. Doorloop het menu tot het
hartgeluid. Gebruik de sneltoetsen + / - om het volume onmiddellijk
te veranderen of druk op recall om het laatst geselecteerde
hartgeluid op te roepen.
Druk op OK om het keuzemenu hartgeluiden te openen.
Stemgeluiden instellen
00:00 Logging [Logname]
A: Sinus
80
L.long: Normaal
R.long: Normaal
A> Grove VF
Hart:
Normaal
defib. actief
Stem:
Hoesten
BP: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 14
hoesten kermen
braken
LL
RL
Vol
Vol
5
5
–
+
Volume
5
–
+
Volume
5
–
+
4
4
4
4
M
–
+
Gebruik in het hoofdscherm de links / rechts navigatietoetsen om
het functieveld geluiden te selecteren. Om het stemgeluid te
veranderen, doorloopt u het menu en selecteert u de stem.
Opmerking: Merk op dat als u het geluidenveld selecteerde, u het
geselecteerde stemgeluid kunt activeren met de sneltoets. De meeste
geluiden worden één keer geactiveerd. De doorlopende geluiden worden
aan- en uitgezet. Merk op dat als de stem geselecteerd is, de drie laatst
gebruikte geluiden beschikbaar zijn als sneltoetsen. Gebruik de
sneltoetsen om een nieuw geluid rechtstreeks te activeren of druk op
OK om het keuzemenu stemgeluiden te openen.
stel stemgeluid in
1 hoesten
2 kermen
3 braken
4 gillen
5 kortademigheid (doorlopend)
6 ja
7 nee
Sommige stemgeluiden zijn doorlopend. Een doorlopend geluid
wordt herhaald totdat u het geluid opnieuw selecteert of totdat u
een ander geluid activeert.
Gebruik de + / - toetsen om het volume rechtstreeks te veranderen.
Bloeddruk en polsslag
De ingestelde bloeddruk instellen (BD) beïnvloedt de kracht van de
pols. De normale pols kunt u afstellen op drie niveaus; zwak,
normaal of sterk. Als u de hartslag instelt op normaal zwak, dan zal
een zwakke polsslag door een lage BD amper te detecteren zijn.
Als het actieve ritme een ritme is zonder BD, (bv. VF of asystolie,
wordt de bloeddruk automatisch ingesteld op 0/0).
Opmerking: De BD stelt zich niet vanzelf op normaal in zodra u een
perfusieritme kiest.
Bloeddruk instellen
00:00 Logging [Logname]
A: Sinus
80
L.long: Normaal
R.long: Normaal
geen wachtritme
Hart:
defib. actief
Stem:
BD: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 14
–
+
Stel apnoe in
BD
Gebruik in het hoofdmenu de links / rechts navigatietoetsen om het
functieveld bloeddruk te selecteren. Druk op OK om het BD-menu
te activeren of gebruik de sneltoetsen BD+/-.
De BD +/- toetsen gebruiken
BD: 120 / 80 P: N 4
Als zowel systol. als diastol. aangegeven wordt, zal de druk voor
beide veranderen en het verschil behouden blijven.
90
Volume
5
–
+
4
4
Normaal
4
Hoesten
4
M
–
+