Anleitung CEN 151-2_SPK1:Anleitung CEN 160-1F SPK 1
6. Lasvoorbereidingen
De aardingsklem (-) (2) wordt direct op het te lassen
stuk of op de ondergrond waarop het te lassen stuk
is geplaatst, bevestigd.
Opgelet! Zorg ervoor dat een direct contact met het
te lassen stuk bestaat. Mijd dus gelakte oppervlakken
en/of isolatiematerialen. De elektrodehouderkabel
heeft aan het uiteinde een speciale klem die dient om
de elektrode vast te klemmen. De laskap moet
tijdens het lassen altijd worden gebruikt. Deze
beschermt de ogen tegen de van de lichtboog
uitgaande lichtstraling en laat toch toe de blik op het
te lassen stuk te vestigen.
7. Lassen
Nadat u alle aansluitingen voor de stroomtoevoer en
voor de lasstroomkring tot stand hebt gebracht, kunt
u als volgt te werk gaan:
Steek het niet omhulde uiteinde van de elektrode in
de elektrodehouder (1) en verbind de aardingsklem
(-) (2) met het te lassen stuk. Let erop dat hierbij een
goed elektrisch contact bestaat.
Schakel het toestel in via de schakelaar (4) en stel de
lasstroom in met behulp van de knop (3), al
naargelang de elektrode die men wil gebruiken. Houd
de laskap voor het gezicht en wrijf de staafelektrode
zo over het te lassen stuk, dat u een beweging zoals
bij het aanstrijken van een lucifer uitvoert. Dit is de
beste methode om de lichtboog te ontsteken.
Test eerst op een proefstuk of u de juiste elektrode
en stroomsterkte hebt geselecteerd.
Elektrode Ø (mm)
Lasstroom (A)
1,6
2
2,5
Opgelet!
Tik niet met de elektrode tegen het werkstuk; dit zou
schade kunnen veroorzaken en de ontsteking van de
lichtboog bemoeilijken.
Zodra de lichtboog ontstoken is, probeert u een
afstand tot het werkstuk aan te houden die
overeenstemt met de gebruikte elektrodediameter.
De afstand moet zo constant mogelijk blijven terwijl u
last. De hoek van de elektrode moet in werkrichting
ongeveer 20/30 grande bedragen.
Opgelet!
Gebruik altijd een tang om gebruikte elektroden te
verwijderen of om pas gelaste stukken te bewegen.
Denk er a.u.b. aan dat de elektrodehouder (1) na het
lassen altijd geïsoleerd moet worden weggelegd.
De slak mag pas na het afkoelen van de naad
worden verwijderd.
Wordt een lasbewerking aan een onderbroken
lasnaad voortgezet, dan moet eerst de slak aan het
beginpunt worden verwijderd.
8. Bescherming tegen oververhitting
Het lastoestel is uitgerust met een
oververhittingsveiligheid, die de lastransformator
tegen oververhitting beschermt. Mocht de
oververhittingsveiligheid reageren, dan gaat het
controlelampje (5) aan uw toestel branden. Laat het
lastoestel een tijdje afkoelen.
9. Onderhoud
Stof en vuil moeten regelmatig van de machine
worden verwijderd. De reiniging gebeurt het beste
met een fijne borstel of een doek.
10. Bestellen van reserveonderdelen
Bij het bestellen van reserveonderdelen moeten de
volgende gegevens worden meegedeeld:
type van het toestel,
artikelnummer van het toestel,
identificatienummer van het toestel,
onderdeelnummer van het benodigde reserve-
onderdeel
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
40 A
40 - 80 A
60 - 100 A
04.12.2006
13:20 Uhr
Seite 19
NL
19