4. Haal de machine uit de verpakking, met
de volgende voorzorgsmaatregelen:
– breng de snijgroep op de maximale
hoogte (par. 5.10) om deze niet te
beschadigen wanneer de machine
van het basispallet gehaald wordt;
– Haal de machine van het basispallet.
Voor de modellen met hydrostatische
aandrijving: breng de ontgrendelhendel
van de transmissie achteraan naar de
ontgrendelde stand (par.
4.2 MONTAGE VAN HET STUURWIEL
1. Plaats de machine op een vlakke
ondergrond en zorg er voor dat
de voorwielen uitgelijnd zijn.
2. Monteer de naaf (afb. 3.A) op de as (afb. 3.B),
met de stift (afb. 3.C) goed in de naaf.
3. Plaats de bedekking van het dashboard
(afb. 3.D) door de zeven haakjes
in hun plaats te laten klikken.
4. Monteer het stuurwiel (afb. 3.E)
op de naaf (afb. 3.A) met de
spaken naar de stoel gericht.
5a. Enkel voor stuur type "I" - Plaats de
afstandhouder (afb. 3.F) en bevestig het
stuur met de meegeleverde schroeven
(afb. 3.G), in de aangegeven volgorde.
5b. Enkel voor stuur type "II" - Bevestig het
stuur met de meegeleverde schroeven
(afb. 3.F, 3.G), in de aangegeven volgorde.
6. Plaats het deksel van het stuur
(afb. 3.H) door het in de daarvoor
voorziene huizing vast te klikken.
4.3 MONTAGE VAN DE STOEL
Monteer de stoel (afb. 4.A) op de plaat (afb. 4.B)
met behulp van de schroeven (afb. 4.C).
4.4 ACCU MONTEREN EN AANSLUITEN
De accu (afb. 5.A) bevindt zich onder de stoel, en
zit vast met een veer (afb. 5.B).
1. Sluit eerst de rode draad (afb. 5.C) aan op de
positieve klem (+) en da de zwarte draad (afb.
5.D) op de negatieve klem (–) met behulp van
de bijgeleverde schroeven, zoals aangeduid.
2. Besmeer de klemmen met siliconevet
en let op de correcte positie van de
beschermdop van de rode draad (afb. 5.E).
BELANGRIJK Zorg er altijd voor de
accu volledig op te laden en volg hierbij
de aanwijzingen die in het instructieboekje
van de accu staan aangegeven.
5.13).
BELANGRIJK Om te voorkomen dat het
beveiligingssysteem van de elektronische
kaart in werking treedt, dient het starten
van de motor absoluut vermeden te worden
alvorens de accu volledig opgeladen is!
4.5 MONTAGE VAN DE VOORBUMPER
1a. Enkel voor buffer type "I" - Monteer
1.
de buffer vooraan (afb. 6.A) op het
onderste deel van het frame (afb. 6.B)
met de vier schroeven (afb. 6.C).
1b. Alleen voor buffer type "II"
1. Monteer de twee steunen (afb. 6.A)
en (afb. 6.B) op het onderste deel
van het frame (afb. 6.C) in de richting
voor montage aangegeven op de
afbeelding: R= rechts; L= links.
2. draai de schroeven (afb. 6.D) stevig vast.
3. Bevestig de voorste buffer (afb. 6.E)
aan de steunen (afb. 6.A) en (afb. 6.B)
met behulp van de schroeven (afb.
6.F) en van de moeren (afb. 6.G).
4.6 MONTAGE VAN DE ZIJDELINGSE
AFLAATDEFLECTOR (ENKEL
VOOR MODELLEN MET
ZIJDELINGSE AFLAAT)
1. Monteer de veer (afb. 7.B) aan de binnenkant
van de zijdelingse aflaatdeflector (afb. 7.A),
door het uiteinde (afb. 7.B.1) in de opening
te voeren en te draaien zodat zowel de
veer (afb. 7.B) als het uiteinde (afb. 7.B.2)
goed in hun respectieve zittingen rusten.
2. Positioneer de zijdelingse aflaatdeflector
(afb. 7.A) tegenover de houders (afb. 7.C)
van de snijgroep en draai, met behulp
van een schroevendraaier, het tweede
uiteinde (afb. 2.B.2) van de veer (afb. 7.B)
tot deze buiten de deflector komt te staan.
3. Steek de pin (afb. 7.D) in de gaten van de
houders (afb. 7.C) en van de zijdelingse
aflaatdeflector, doorheen de windingen van
de veer (afb. 7.B) tot het open uiteinde ervan
helemaal uit de meest interne houder komt.
4. Steek de stift (afb. 7.E) in de opening(afb.
D.1) van de pin (afb. 7.D) en verdraai de pin
zodat de twee uiteinden (afb. 7.E.1) van de
stift (met behulp van een tang), geplooid
worden, zodat de stift niet los kan komen en
zo de pin kan doen vrijkomen (afb. 7.D).
Waak erover dat de veer op correcte
wijze werkt en de zijdelingse aflaatdeflector
stabiel op zijn plaats houdt in de lage stand,
en zorg ervoor dat de pin goed geplaatst is
en niet per ongeluk naar buiten kan steken.
NL - 8