trekken; dit accessoire dient volgens de desbe-
treffende aanwijzingen gemonteerd te worden.
41. Bij gebruik mag het laadvermogen, dat
op de sticker staat vermeld, niet worden
overschreden en dienen de veiligheidsvoor-
schriften in acht genomen te worden.
OPMERKING De afbeeldingen die overeen-
stemmen met de teksten van hoofdstuk 3 en
daarop volgende bevinden zich op de pagina's iii
en daaropvolgende van deze handleiding.
3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN
Om vervoers- en opslagredenen worden som-
mige onderdelen van machine niet direct in de
fabriek gemonteerd. Zij dienen na het uitpakken
gemonteerd te worden aan de hand van de vol-
gende instructies.
BELANGRIJK De machine wordt zonder
motorolie en benzine geleverd. Vòòrdat de motor
in werking wordt gesteld dient er dan ook olie en
benzine bijgevuld te worden aan de hand van de
voorschriften die in het instructieboekje van de
motor staan aangegeven.
LET OP!
De machine moet op een
vlakke en solide ondergrond uitgepakt en
gemonteerd worden, met voldoende bewe-
gingsruimte voor de machine en de verpak-
king, en steeds met gebruik van geschikte
werktuigen.
3.1 HET UITPAKKEN
Bij het verwijderen van de verpakking dient erop
gelet te worden dat de losse onderdelen en de
uitrustingen niet zoekraken. Zorg er voor de
snijgroep niet te beschadigen op het moment
dat de machine van de pallet wordt afgereden.
De verpakking bevat:
– d e machine zelf;
– h et stuurwiel;
– de stoel;
– d e voorbumper (indien aanwezig);
– de accu;
– d e opvangzak (met de relatieve instructies);
– e en mapje met:
– d e verschillende gebruikershandleidingen
en de documenten,
– d e schroeven en moeren die bij de levering
zijn inbegrepen en de stift voor het blokke-
ren van het stuurwiel,
– 2 startsleutels en een reservezekering van
10 A
OPMERKING Zet de snijgroep in de hoogste
stand om beschadiging ervan te voorkomen en
let zeer goed op als de machine van de pallet
wordt afgereden.
Hydrostatische aandrijving
– O m de machine makkelijker van de pal-
let te halen en te verplaatsen, verplaatst
men de hendel voor het loskoppelen van
de achterste transmissie in pos. «B» (zie
4.33).
De verpakking moet volgens de plaatselijk gel-
dende bepalingen worden afgevoerd.
3.2 MONTAGE VAN HET STUURWIEL
• Stuurwiel Type "I" (Afb. 3.1)
Plaats de machine op een vlakke ondergrond en
zorg er voor dat de voorwielen uitgelijnd zijn.
Schuif het stuurwiel (1) over de stuurkolom (2)
en zorg er voor dat de spaken in de richting van
de stoel staan.
Zorg er voor dat de opening van het stuurwiel en
de opening van de stuurkolom tegenover elkaar
komen te ziten en sla er met een hamer de bij-
geleverde stift (3) doorheen. Draag er zorg voor
dat het uiteinde van de stift er aan de andere
kant helemaal uitkomt.
OPMERKING Om te voorkomen het stuurwiel
met de hamer te beschadigen, dient de stift er
met behulp van een slagpen of een schroeven-
draaier, met een geschikte diameter, doorheen
geslagen te worden.
• Stuurwiel Type "II" (Afb. 3.2)
Plaats de machine op een vlakke ondergrond en
zorg er voor dat de voorwielen uitgelijnd zijn.
Schuif het stuurwiel (1) over de stuurkolom (2)
en zorg er voor dat de spaken correct gericht
zijn en duw het totdat de naaf van het stuurwiel
aan de uitsteeksels van de pin (3) vastgehaakt
wordt .
Bevestig het stuur met de bijgeleverde schroef
(4) en het elastisch rondsel (5), in de aangege-
ven volgorde.
Draai de schroef (4) stevig vast met een pijp-
sleutel.
Plaats de bedekking van het stuurwiel (1a) door
het vast te klikken.
• Stuurwiel Type "III" (Afb. 3.2)
7