ACHTERUITRIJCAMERA
In alle richtingen kijken
2
Afstellen
Druk op 2 om de lijst met instellingen weer
te geven.
U kunt de weergave van de tekening in- of
uitschakelen door op 3 of 4 te drukken.
Druk op "+" of "-" om het contrast 5, de hel-
derheid 6 en de kleuren 7 in te stellen.
NL.70
(2/2)
3 4
Uit
In alle richtingen kijken
7
6
5
Deze functie is een extra hulp-
middel. De bestuurder moet
altijd opletten en blijft verant-
woordelijk.
De bestuurder moet altijd op zijn hoede
blijven voor plotselinge gebeurtenissen
die zich tijdens het rijden kunnen voor-
doen: let dus altijd op of er tijdens de ma-
noeuvre een bewegend obstakel (zoals
een kind, dier, kinderwagen, fiets) of een
te klein of smal obstakel is (grote steen,
dun paaltje).
Aan
Het scherm geeft een omgekeerd beeld.
De tekening is een op een horizontale
ondergrond geprojecteerde weergave;
houd geen rekening met deze informatie
in het geval van een verticaal of op de
grond geplaatst voorwerp.
De voorwerpen die op de rand van het
scherm verschijnen kunnen vervormd
zijn.
In geval van te veel licht (sneeuw, auto
in de zon enz.) kan het zicht van de
camera gestoord zijn.