VOLUME
Volume
Stel het volume af bij het luisteren naar de
verschillende boodschappen, bronnen, ge-
luidssignalen en bij het voeren van tele-
foongesprekken:
– door te draaien aan of te drukken op de
knop 1 op het front van het multimedia-
systeem;
– door te drukken op 13 of 14 op de bedie-
ning bij het stuurwiel.
R a a d p l e e g
d e
"Geluidsvoorkeuren" in het hoofdstuk "Het
geluid regelen" om deze functie af te stellen.
De
radiobron
waarnaar
wordt, wordt onderbroken door "TA"-
verkeersinformatie, nieuwsbulletins of een
waarschuwingsboodschap.
Regel het geluidsvolume niet te
hard, zodat u de omgevingsge-
luiden nog kunt horen.
NL.18
Geluidsonderbreking
Om het geluid te dempen drukt u kort op
de toets 21 of 12 op de bediening bij het
stuurwiel (uitsluitend voor schakelaars C, D
en E). Of druk tegelijk op de toetsen 13
en 14 van de bediening bij het stuurwiel (uit-
sluitend voor schakelaars A en B).
Het pictogram "MUTE" wordt boven op het
scherm weergegeven om aan te geven dat
het geluid is uitgeschakeld.
Om te blijven luisteren naar de huidige au-
p a r a g r a a f
diobron, drukt u kort op toets 21 of 12 op de
bediening bij het stuurwiel (uitsluitend voor
schakelaars C, D en E). Of druk tegelijk op
geluisterd
de toetsen 13 en 14 op de bediening bij het
stuurwiel (uitsluitend voor schakelaars A
en B).
Deze functie wordt automatisch gedeacti-
veerd bij het afstellen van het volume en tij-
dens het doorgeven van het nieuwsbericht
en verkeersinformatie.
Snelheidsafhankelijke
aanpassing van het volume
Als deze functie is ingeschakeld, varieert het
volume van de audio en het volume van de
navigatie afhankelijk van de snelheid van de
auto.
Raadpleeg de paragraaf "Aanpassing van
het volume naargelang de snelheid" in het
hoofdstuk "Het geluid regelen" om deze
functie te activeren en in te stellen.