AUX-AUDIOBRONNEN
Uw systeem beschikt over twee soorten
aux-ingangen:
– met een aansluiting voor een externe au-
diobron (MP3-speler, audiospeler, USB-
stick, telefoon ...);
– met Bluetooth® (Bluetooth®-audiospeler,
Bluetooth®-telefoon).
De plaats van de ingang wordt aangegeven
in het hoofdstuk "Uitleg van de knoppen".
Werkingsprincipes en
aansluiting
Er zijn twee typen aansluitingen:
– een USB-aansluiting;
– een Jack-aansluiting.
Sluit uw draagbare audioapparaat aan, af-
hankelijk van het type apparaat.
Zodra een USB of plug is aangesloten, her-
kent het systeem automatisch de aux-bron.
NB: de gebruikte USB-stick moet in FAT32-
formaat geformatteerd zijn en moet een
maximale capaciteit van 32Gb hebben.
(1/3)
1
Hoofd
Selecteren van een aux-bron
Zodra u een ingang hebt geselecteerd, drukt
u op 1.
Er wordt meteen een lijst met beschikbare
ingangen weergegeven:
– USB: USB-stick, MP3-speler, telefoon
enz.;
– iPod®: toestel met ingebouwde iPod® ;
– BT: apparaten Bluetooth®;
Bedien het draagbare audioapparaat alleen als de verkeersomstandigheden dat
toelaten.
Berg het draagbare audioapparaat op als u rijdt (risico van vallen als u plotseling
moet remmen).
– AUX: 3,5 mm plugaansluiting.
In de navigatiemodus of tijdens het luisteren
naar de radio selecteert u uw aux-audiobron
door op de toets "Beginscherm" en daarna
op "Media" te drukken.
Het systeem hervat het afspelen van de
laatst beluisterde audiotrack.
Lijst
Opties
NL.23