Télécharger Imprimer la page

Invacare Colibri Manuel D'utilisation page 59

Masquer les pouces Voir aussi pour Colibri:

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

De aandrijving vastkoppelen
1. Duw de ontkoppelingshendel A omlaag.
De aandrijving is nu vergrendeld.
5.7 Met de scooter rijden
WAARSCHUWING!
Risico op onbedoeld wegrollen van het voertuig
De elektromagnetische rem van het voertuig kan
niet worden geactiveerd als de joystick zich niet
volledig in de middelste stand bevindt. Hierdoor
kan het voertuig onbedoeld wegrollen.
– Zorg ervoor dat de joystick zich in de middelste
stand bevindt wanneer het voertuig stil moet
blijven staan.
1. De elektriciteitsvoorziening inschakelen
(sleutelschakelaar).
De aanduidingen op de stuurconsole branden. Er kan
met de scooter worden gereden.
Is de scooter na het inschakelen niet rijklaar, controleer
dan de statusaanduiding (zie Statusaanduiding,
pagina 54 en hoofdstuk 10.1 Diagnose en verhelpen
van storingen, pagina 65).
2. Gewenste rijsnelheid met de snelheidsregelaar instellen.
3. De rechter rijhendel voorzichtig aantrekken om vooruit
te rijden.
4. De linker rijhendel voorzichtig aantrekken om achteruit
te rijden.
De besturing is af fabriek geprogrammeerd met
standaardwaarden. Een individuele programmering
die is aangepast aan uw wensen, kan door uw
INVACARE-leverancier worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Iedere wijziging van het rijprogramma kan
het rijgedrag en de kantelstabiliteit van het
elektrische voertuig beïnvloeden.
– Daarom mogen wijzigingen aan het
rijprogramma uitsluitend door daarvoor
opgeleide Invacare-leveranciers worden
uitgevoerd.
– Invacare levert alle mobiliteitsproducten af
fabriek met een standaard rijprogramma
af. Een garantie voor een veilig rijgedrag
van het elektrische voertuig - met name de
kantelstabiliteit - kan alleen door Invacare en
alleen voor dit standaard rijprogramma worden
gegeven
Om snel af te remmen, gewoon de rijhendel loslaten.
Deze gaat dan automatisch in de middelste stand
terug. De scooter remt af.
5.8 De claxon gebruiken
1.
Druk op de toets Claxon.
Er klinkt een akoestisch signaal.
6 Bedieningssysteem
6.1 Beveiligingssysteem van elektronica
De elektronica van de scooter is voorzien van een
overbelastingsbeveiliging.
Als de scooter gedurende een lange periode wordt overbelast
(bijvoorbeeld wanneer u een steile helling oprijdt), en vooral
1675751-A
bij een hoge omgevingstemperatuur, kan het elektronische
systeem oververhit raken. In dat geval nemen de prestaties
van de scooter geleidelijk af totdat hij volledig tot stilstand
komt. De status geeft de bijbehorende foutcode weer (zie
Foutcodes en diagnosecodes). Schakel de stroomvoorziening
uit en weer in om de foutcode te wissen en de elektronica
weer in te schakelen. Het kan echter vijf minuten duren
voordat de elektronica voldoende is afgekoeld om de scooter
weer optimaal te laten werken.
Als de rit bijvoorbeeld wordt opgehouden door een
onoverkomelijk obstakel, zoals een te hoge stoep of iets
dergelijks, en de gebruiker probeert langer dan 20 seconden
dit obstakel op te rijden, wordt de elektronica automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de motor beschadigd
raakt. De status geeft de bijbehorende foutcode weer (zie
Foutcodes en diagnosecodes). Schakel de stroomvoorziening
uit en weer in om de foutcode te wissen en de elektronica
weer in te schakelen.
De hoofdzekering
Het gehele elektrische systeem wordt door twee
hoofdzekeringen beschermd tegen overbelasting. De
hoofdzekeringen worden op de positieve-accukabels
gemonteerd.
Een defecte hoofdzekering mag alleen worden
vervangen na controle van het gehele elektrische
systeem. Een gespecialiseerde Invacare-leverancier
moet de vervanging uitvoeren. Ga voor informatie
over het zekeringtype naar 11 Technische Specificaties,
pagina 67.
6.2 Accu's
Het mobiliteitshulpmiddel wordt gevoed door twee 12 V
accu's. De accu's zijn onderhoudsvrij en hoeven alleen
regelmatig te worden opgeladen.
De volgende tekst bevat informatie over het opladen,
behandelen, transporteren, opslaan, onderhouden en het
gebruik van accu's.
Algemene informatie over opladen
Laad nieuwe accu's altijd één keer volledig op voordat u
ze voor het eerst gebruikt. Nieuwe accu's bereiken hun
volledige capaciteit na circa 10-20 oplaadcycli (inloopperiode).
Het in acht nemen van deze inloopperiode is nodig om de
accu volledig te activeren voor een maximaal prestatieniveau
en een maximale gebruiksduur. Zo kan het voorkomen dat
het bereik en de levensduur van uw mobiliteitshulpmiddel
aanvankelijk toenemen naarmate u het vaker gebruikt.
Gel- of AGM-accu's met loodzuur hebben geen
geheugeneffect zoals NiCd-accu's.
Algemene instructies voor opladen
Volg de onderstaande instructies voor een veilig en langdurig
gebruik van de accu's:
Begin 18 uur voor het eerste gebruik met opladen.
We raden u aan de accu's elke dag na gebruik op te
laden, zelfs als ze niet helemaal ontladen zijn. Ook
raden we u aan de accu's iedere nacht de gehele nacht
op te laden. Afhankelijk van de resterende acculading
kan het maximaal 12 uur duren voordat de accu's weer
volledig zijn opgeladen.
Als het indicatie-led-lampje voor de accu in het rode
bereik terecht is gekomen, dient u de accu's gedurende
minimaal 16 uur op te laden, ongeacht of op het display
wordt aangegeven dat de accu's volledig zijn opgeladen!
Probeer om één keer per week de accu gedurende een
periode van 24 uur op te laden, zodat u zeker weet dat
beide accu's volledig zijn opgeladen.
59

Publicité

loading