uitwerpkanaal steken en de uitwerpklep sluiten.
Uitwerpkanaal van tevoren reinigen.
16 ONDERHOUDSINTERVALLEN
BELANGRIJK
Vermijd schade! Onder extreme resp. uitzonderlijke voorwaarden zijn eventueel
kortere onderhoudsintervallen vereist dan hierboven vermeld. Indien u gebreken
vaststelt, gelieve u dan te wenden tot een geautoriseerde vakwerkplaats.
Routineonderhoud aan de machine uitvoeren conform de volgende
onderhoudsintervallen.
De volgende onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden naast de in deze
gebruiksaanwijzing opgesomde intervallen voor onderhoudswerkzaamheden.
Vóór de eerste inbedrijfstelling
•
Alle schroefverbindingen controleren op goede bevestiging.
•
De messchroef controleren en eventueel door een geautoriseerde vakwerkplaats
laten vastdraaien.
•
Controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorrem foutloos werkt.
•
Controleren of alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en
niet beschadigd zijn!
Vóór elk bedrijf
•
Gazon controleren en alle vreemde voorwerpen verwijderen.
•
Radius van de begrenzingskabel controleren (indien ook een automatische maaier
wordt ingezet voor de verzorging van het gazon).
•
Toestand en goede bevestiging van het mes controleren, de messchroef eventueel
door een geautoriseerde vakwerkplaats laten vastdraaien.
•
Controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorrem foutloos werkt.
•
Controleren of alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en
niet beschadigd zijn!
•
Grasopvanginrichting controleren op slijtage of slechter functioneren.
•
Het bovenste gedeelte van de duwboom (isolatie) controleren op beschadigingen.
•
De aansluitleiding controleren op beschadigingen en veroudering.
Om de 10 bedrijfsuren
•
Alle schroefverbindingen controleren op goede bevestiging.
•
Ventilator, meskoppeling en ventilatorhuis controleren op slijtage en zitting.
Na elk bedrijf
•
De maaier schoonmaken.
•
Het mes controleren op beschadigingen en slijtage.
Om de 15-20 bedrijfsuren of jaarlijks
•
De lagers van de wielen invetten.
Bij de jaarlijkse inspectie
•
De overbrenging en het gebied onder de snaarafdekking laten reinigen.
•
De bowdenkabel van de aandrijving controleren en zo nodig laten afstellen.
17 VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE MAAIER
Regelmatige verzorging is de beste garantie voor een lange levensduur en een
storingsvrij bedrijf! Onvoldoende onderhoud van uw apparaat leidt tot
veiligheidsrelevante gebreken!
Gebruik uitsluitend originele onderdelen, want alleen deze staan borg voor
veiligheid en kwaliteit!
Reiniging (Afbeelding O )
Vuil en grasresten direct na het maaien verwijderen. De maaier op zijn zijkant leggen
en voor de reiniging een borstel of doek gebruiken.
OPGELET
De vingers niet in de openingen van het ventilatorhuis steken en de ventilator
vasthouden. Als de mesbalk bij het reinigen gedraaid wordt, bestaat het gevaar
dat de vingers geplet raken tussen ventilator en ventilatorhuis!
BELANGRIJK
De maaier nooit afspuiten met water. De elektrische installatie zou beschadigd
kunnen worden.
Opbergen
De machine moet altijd in schone toestand in een droge, gesloten ruimte buiten bereik
van kinderen worden bewaard. Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
gesloten ruimten opbergt.
Neerklappen van de geleidestangen (Afbeelding A1 )
BELANGRIJK
Let erop, dat de kabel bij het uit elkaar- en dichtklappen van de stuurbomen niet
ingeklemd, bekneld, verdraaid of overstrekt kan worden! De kabel altijd aan van
de buitenkant van de boomverbinding leiden. Een beschadigde kabel kan tot een
technisch defect van de machine leiden.
–
–
VOORZICHTIG
Bij het omleggen van de duwboom voor transport- en opslagdoeleinden kan de
boom ongewild omslaan bij het losdraaien van de vleugelmoeren en het
losmaken van de vergrendelingsnokken uit de boringen in de behuizing.
Bovendien kunnen er tussen onderstuk van de duwboom, bovenstuk en
behuizing plaatsen ontstaan waar u zich kunt kneuzen. Er bestaat
verwondingsgevaar!
Transport en beveiliging van het apparaat (Afbeelding N )
–
–
–
–
–
–
OPGELET
De riemen niet te strak aantrekken. Als het apparaat te strak wordt vastgezet, dan
kunnen beschadigingen het gevolg zijn.
Onderhoud van de messenbalk
Een scherp mes garandeert optimaal snijresultaat. Controleer elke keer voordat u gaat
maaien de toestand en de goede bevestiging van het mes. De bevestigingsschroef van
het mes moet altijd door een geautoriseerde vakwerkplaats worden aangedraaid,
aangezien na reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan isolatiedelen (bijv.
messchroef) conform de bestaande norm DIN EN 60335 een controle van de
isolatieveiligheid moet worden uitgevoerd. Een versleten of beschadigd mes moet
absoluut worden vervangen
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen
Bijslijpen en uitbalanceren van de messenbalk (Afbeelding Q )
zie tabel pagina 3
WAARSCHUWING
Het bijslijpen en uitbalanceren van de messenbalk steeds door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten uitvoeren, omdat na reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden aan isolatiedelen (bijv. messenschroef)
overeenkomstig de bestaande norm DIN EN 60335 een controle van de
isolatiebeveiliging dient te worden uitgevoerd.
Een ondeskundig geslepen en niet uitgebalanceerd mes kan sterke vibraties
veroorzaken en de gazonmaaier beschadigen.
De snijranden van de mesbalk mogen slechts zolang worden bijgeslepen totdat de
desbetreffende waarde (zie afbeelding Q ) of de markering (1) op de mesbalk (ring)
bereikt is. Opgelet! Slijphoek van 30° in acht nemen.
Uw vakbedrijf kan deze waarde (slijtagelimiet) voor u controleren!
9
Voor plaatsbesparende opslag of voor transport de vier vleugelmoeren zo ver
losdraaien, dat de duwboom zonder weerstand in Z-vorm boven de motor in elkaar
kan worden geklapt A1 .
De vergrendelingsnokken op het onderste uiteinde van de duwboom moeten
losspringen uit de boringen in de behuizing.
De kabels hierbij niet knikken of beknellen.
Als het apparaat gedragen moet worden, het niet vastpakken aan de uitwerpklep!
Pak het voor en achter vast aan de draaggreep (zie afbeelding N ).
Houd bij het optillen of dragen rekening met het gewicht van de machine (zie
Technische gegevens). Het optillen van zware gewichten kan problemen met de
gezondheid veroorzaken.
Wij raden aan om het apparaat altijd met minstens twee personen op te tillen of te
dragen.
Het apparaat op alle 4 wielen staand transporteren, om beschadigingen van de
machine en verwondingen van personen te vermijden.
Het transportmiddel parkeren op vlakke ondergrond, opdat het apparaat niet kan
wegrollen voordat het wordt vastgezet.
De grasvangzak uithangen en tijdens het transport apart vastmaken.
Het apparaat met toegelaten borgmiddelen (bijv. sjorriemen met spanelement)
veilig bevestigen op of in het voertuig. Sjorriemen zijn banden van synthetische
vezels. Elke sjorriem is gekenmerkt met een etiket. Het etiket geeft belangrijke
informatie over het gebruik. De aanwijzingen op dit etiket moeten bij gebruik van
de sjorriem in acht worden genomen.
Bij ladingen die kunnen rollen wordt aanbevolen om ze direct vast te sjorren met
vier spanriemen. Beveilig het apparaat aan de wielen zo, dat het zich tijdens de rit
niet beweegt.