1. luchtuitlaat rooster
2. controlelampje
3. thermostaatknop
4. luchtinlaatroosters
5. voeten
Plaats en aansluiting
Verwijder al het verpakkingsmateriaal en houd het buiten het bereik van kinderen.
Controleer na verwijdering van de verpakking of het apparaat geen beschadigingen of
tekenen die op een fout/defect/storing kunnen wijzen, vertoont. Gebruik het apparaat
in geval van twijfel niet, maar wend u tot uw leverancier ter controle / vervanging.
Kies een geschikte plaats voor het apparaat rekening
houdend met alle eerder genoemde
waarschuwingen in deze gebruiksaanwijzing.
Voor het gebruik van de kachel, moeten de voeten,
afzonderlijk geleverd in de verpakking worden
gemonteerd op de kachel. De voeten moeten
worden bevestigd aan de basis van de kachel met
behulp van de 4 zelf tappende schroeven. Zorg
ervoor dat ze correct zijn geplaatst aan de onderkant van de kachel.
Ingebruikname en werking
De vorstbeschermer is nu klaar voor gebruik; door de stekker in een passend 220-
240V~50Hz geaard stopcontact te steken stelt u hem in werking. Sluit de kachel
uitsluitend aan op een geaard stopcontact!
Om de gewenste temperatuur in te stellen draait u de thermostaatknop op maximaal
(grootste stip, zo ver mogelijk met de klok mee). Wacht tot de gewenste temperatuur
is bereikt en draai de knop dan langzaam terug tot het controlelampje uitgaat. De
gewenste temperatuur is nu ingesteld; wanneer de ruimtetemperatuur lager wordt
zal de kachel weer aanslaan en het lampje beginnen te branden. Om de temperatuur
hoger of lager in te stellen draait u de thermostaatknop resp. in de richting 'maximaal'
(grote stip) of 'minimaal' (het sterretje).
Door de thermostaatknop op 'minimaal' (het sterretje) te draaien zal de
vorstbeschermer de ruimte (mits niet té groot of té koud) vorstvrij houden.
Ook op de laagste stand kan het apparaat dus in werking treden. Om het uit te
schakelen dient u de stekker uit het stopcontact te nemen.
Beveiligingen
De oververhittingbeveiliging schakelt de kachel uit wanneer het inwendig te heet wordt.
Dat kan gebeuren wanneer de kachel zijn warmte onvoldoende kan afgeven of te weinig
frisse lucht kan aanzuigen. Doorgaans is de oorzaak dus (gedeeltelijke) afdekking van de
12