m
n
Onderhoud en service
Bij onderhoud waarbij personen door bewegende of spanningvoerende delen gevaar lopen, moet de blower door het loskoppelen
van de stekker of het uitschakelen van de hoofdschakelaar en tegen weer inschakelen te beveiligen, te worden gestopt. Onderhoud
niet uitvoeren aan een bedrijfswarme blower (gevaar op letsel door hete machinedelen).
1. Smering (figuur
tot
)
De olië in afdichtingsolieindicator (G) bij continuegebruik dagelijks controleren en de olie in de peilglazen (I
afdichtingsolieindicator kan tijdens het gebruik olië bijgevuld worden. Daarentegen moet de pomp uitgezet worden om de olie in de beiden
oliecarters onder atmospherische druk bij te vullen.
Olie verwisselen voor beide oliecarterts na elke 5000 bedrijfsuren (zie olieaftap plug (K
In het afdichtingsolieindicator dient alleen een tekort aan olie, aangevuld te worden; Geen olieverversing.
Wordt de afdichtingsolie toch snel verbruikt, dan is het raadzaam om, de keerringen en de keerringbus van de keerringen te vernieuwen.
De viscositeit van de olie moet voldoen aan ISO-VG 100 volgens DIN 51519.
Aanbevolen Rietschle olie soorten zijn: VLB 100, BP Emergol RC 100, Esso Omloopolie 100, Mobil vacuümpompolie Heavy, Shell Tellus olie C100
en Aral Motanol HK 100 of een equivalente olie van een andere herkomst (zie ook olietype-plaatje (M)).
Bij het verwisselen van oliesoort het carter volledig schoonmaken.
De afgewerkte olie dient overeenkomstig de plaatselijke geldende voorschriften te worden afgevoerd.
2. Vervangen van de keerringen en de keerringbus (figuur
De pomp uitschakelen. en tot atmosferische druk beluchten.
De schroeven (s
) losdraaien. De motor (m) met de motorzijdige koppelingshelft (q) axiaal verwijder. De imbusbouten (s
1
motorflens (n) afnemen. Bouten (s
afnemen. Met passende poulietrekker de gedreven koppeling (q
van as verwijderen. spie (s
) wegnemen. Aftappen van de olie uit het
5
carter van de aandrijfzijde door carterplug (K
losdraaien van de imbusbouten (s
paspennen lossen. Daarbij moet de oliespatschijf (n
ingestanste opningen vertikaal staan, daar anders de tussenflens
niet verwijderd kan worden. Keeringbus (n
en vervangen. Keerringen (n
) respectievelijk (n
4
zijde met een drevel uit de tussenflens (n
De samenbouw gaat in omgekeerde volgorde.
3. Beschermingsfilter (figuur
Bij onvoldoende onderhoud van het beschermingsfilter
verminderd de capaciteit van de pomp.
Het aan de aanzuigzijde ingebouwde beschermingsfilter (f) is afhan-
kelijk van de verontreinigde media meer of minder vaak door schoon
te blazen te reinigen.
Hiervoor moet de zuigleiding van de Rootsblower gedemonteerd
worden.
q
q
G
n
H
1
1
s
s
K
1
2
) losdraaien en met plaat (s
3
) losdraaien. Na het
1
) de Tussenflens (n
) van de
6
1
) met zijn
2
) van de as verwijderen
3
) vanaf de aandrijf-
5
) slaan en vervangen.
1
)
f
1
1
, K
)).
1
2
tot
)
)
4
)
1
H
2
K
I
2
, I
) wekelijks controleren. In de
1
2
) losdraaien en
2
n
n
n
5
4
3
s
5
n
s
n
1
6
2
2