6.4 Restwarmte-indicator
WAARSCHUWING!
Zolang het indicatielampje aanstaat,
bestaat er een risico op brandwonden
door restwarmte.
Het controlelampje gaat aan als een
kookzone heet is, maar het werkt niet als de
hoofdstroom is onderbroken.
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 Pannen
De kookresultaten zijn afhankelijk van het
kookgerei
De bodem van de pannen moet zo
dik en vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat de pannen op de kookplaat
worden gezet.
Gebruik geen kookgerei op de
keramische kookplaat met bodems met
uitgesproken randen of richels, bijv.
gietijzeren pannen. Deze kunnen het
oppervlak van de kookplaat permanent
bekrassen of schuren.
Pannen gemaakt van geëmailleerd
staal of met aluminium of koperen
bodems kunnen tot verkleuringen van de
glazen keramische kookplaat leiden.
Om energie te besparen en ervoor te zorgen
dat de kookplaat goed werkt, moet de bodem
van het kookgerei een geschikte
8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Het indicatielampje kan ook verschijnen:
• voor de aangrenzende kookzones, zelfs
als je ze niet gebruikt,
• als er heet kookgerei op de koude
kookzone wordt geplaatst,
• als de kookplaat is uitgeschakeld, maar de
kookzone nog heet is.
Het indicatielampje verdwijnt als de kookzone
is afgekoeld.
minimumdiameter hebben (ten minste
dezelfde als de zonediameter).
7.2 Voorbeelden van
kooktoepassingen
Ver‐
Toepassing:
war‐
ming
sstan
d:
1
Warm houden
2
Zachtjes sudderen
3
Sudderen
4
Frituren/gratineren
5
Aan de kook brengen
6
Aan de kook brengen / snel frituren /
heet frituren
8.1 Algemene informatie
• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
NEDERLANDS
41