meekomend vuil een gasfilter toe. Blaas in ieder geval de gasleiding volgens de regels door vóór in-
gebruikname van het toestel.
2.5 Elektrische aansluiting
De installatie moet voldoen aan de geldende plaatselijke en/of landelijke voorschriften. Zorg voor
een juiste aansluitgroep met hoofdzekering. LET OP!: Het toestel is fase gevoelig en werkt alleen
wanneer het voldoende geaard is. Het toestel moet worden voorzien van een werkschakelaar die
fase én nul (niet de aarde) onderbreekt. De werkschakelaar dient ten alle tijde bereikbaar te zijn.
Absoluut nooit de voeding van het toestel (laten) onderbreken door andere schakelaars. Dit kan
tot oververhitting van het toestel leiden.
2.6 Condensaansluiting [10].
Alleen van toepassing bij een modulerende brander
Het in de luchtverwarmer gevormde condensaat moet d.m.v. een open verbinding op het riool
worden afgevoerd. De leiding moet zijn vervaardigd van kunststof, met een binnendiam. overeen-
komstig de geldende voorschriften en zijn voorzien van een opvangtrechter en een stankafsluiter.
Zorg er voor dat de afstand tussen de uitmonding van de condensafvoer en de afvoerleiding mini-
maal 5 mm en maximaal 10 mm bedraagt. Hierdoor ontstaat de vereiste open verbinding en is on-
derhoud aan het toestel eenvoudiger. Let op dat de condensafvoer vorstvrij wordt opgesteld.
(bevriezingsgevaar!)
3.0 Inbedrijfstelling / buiten bedrijfstelling
3.1 Algemeen
Elk toestel wordt voor verpakken volledig op veiligheid en juiste werking getest. Voor het inrege-
len van de brander verwijs ik u naar het technisch boek van de brander. Nooit onoordeelkundig
aan regelschroeven draaien. Vergeet vooral niet de gebruiker te instrueren over het correct ge-
bruik en bedienen van het toestel en randapparatuur.
Het toestel beschikt alleen over een CE keur als deze is uitgevoerd met de volgende branders zie
tabel [4].
3.2 Controlewerkzaamheden
De Mark Föhn mag alleen inbedrijf worden gesteld indien de eerder aangegeven controles zijn uit-
gevoerd.
In het bijzonder:
– alle schroeven controleren, sommige kunnen door het transport zijn losgeraakt.
– V-snaren op de juiste spanning controleren [8]
– Juiste draairichting van de ventilatoren controleren (zie draairichtingspijl op de ventilator)
– Jalouziekleppen laten openen / sluiten(indien aanwezig)
– Gasvoordruk (voor gasbrander controleren, zie hier voor typeplaat)
– Brandstofvoorraad (voor oliebrander) controleren
– Beluchting olietank controleren
– Rookgasafvoerleiding en tracé controleren
– Elektrischespanning controleren
– Thermostaataansluiting controleren
– Eventuele luchtkanalen inspecteren, let op dat de externe beschikbare statische druk in het ka-
nalen systeem overeenkomt met de druk op de typeplaat.
– Controleer of de werking van het toestel niet kan worden beïnvloed door andere toestellen,
plaatselijke luchtstromingen, corrosieve of explosieve dampen, enz.
– Controleer de trekregelaar op werking en lekkage door middel van een koude spiegel.
– Controleer Afstelling vuilfilter bewakingschakelaar: weerstand schoon filter + 60 Pa
(instellen nadat de kanalen gemonteerd zijn).
NL
31