GYS AUTOPULSE 320-T3 Mode D'emploi page 86

Masquer les pouces Voir aussi pour AUTOPULSE 320-T3:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

voer voor staal ligt tussen de 8 en 15 liter per minuut, afhankelijk van de omgeving. De synergieën in de Puls module zijn geoptimaliseerd voor
een gastoevoer tussen 12 en 15 liter per minuut. Om de gastoevoer aan de uitgang van de toorts te kunnen meten, raden we u aan om gebruik te
maken van de flowmeter (optioneel, art. code 053939).
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN VAN ALUMINIUM (MIG MODUS)
Met de AUTOPULSE kunt u lassen met aluminiumdraad met een Ø van 0.8 tot 1.2 mm (II-B).
Voor aluminium dient u een specifiek zuiver Argon (Ar) gas te gebruiken. Om het juiste gas te kiezen, kunt u advies vragen aan uw gasleverancier.
De gastoevoer bij aluminium ligt tussen 15 en 20 liter per minuut, afhankelijk van de omgeving en de ervaring van de lasser. De synergieën in de
Puls module zijn geoptimaliseerd voor een gastoevoer tussen 12 en 15 liter per minuut.
De verschillen tussen het gebruik van staal en aluminium:
- Gebruik specifieke aanvoerrollen voor het lassen van aluminium.
- Zet minimale druk op de rollen van de draadaanvoer zodat de draad niet geplet wordt.
- Gebruik de capillaire buis (bestemd om het draad van de rollen van het draadaanvoersysteem naar de EURO-aansluiting te geleiden) uitsluitend
voor het lassen van staal/inox (II-B).
- Gebruik een speciale aluminium-toorts. Deze toorts voor aluminium heeft een teflon mantel, om de wrijving te verminderen. Niet de mantel bij de
aansluiting afknippen! Deze mantel wordt gebruikt om de draad vanaf de rollen te geleiden.
- Contact-buis : gebruik een SPECIALE aluminium contactbuis die overeenkomt met de diameter van het draad.
Tijdens het gebruik van de rode of blauwe mantel (lassen van aluminium) wordt aanbevolen om het accessoire
90950 (II-C) te gebruiken. Deze inox geleidingshuls zorgt voor een betere centrering van de mantel en verge-
makkelijkt de aanvoer van de draad.
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN CUSI EN CUAL (HARDSOLDEREN)
De AUTOPULSE is geschikt voor het lassen met CuSi en CuAl draad met een Ø van 0,8 tot 1,0 mm.
Net zoals bij staaldraad moet er een capillaire buis geplaatst worden, en moet men een toorts met een staal-mantel gebruiken. Bij het hardsolderen
moet een puur Argon (Ar) gas gebruikt worden. Een koolstofomhulsel zonder capillaire buis kan ook worden gebruikt zoals bij aluminium.
INSTALLATIE VAN DE SPOEL EN INBRENGEN VAN DE DRAAD (III)
• Verwijder het mondstuk (III-F) en de contact-tip (III-E) van de toorts.
• Open het klepje van het apparaat.
III-A :
• Positioneer de spoel op de houder :
- Houd rekening met de aandrijfpen van de spoelhouder. Draai, om een 200 mm spoel te installeren, de spoelhouder maximaal aan.
• Stel de rem (III-2) af om te voorkomen dat tijdens de lasstop de draad in de war raakt. Draai over het algemeen niet te strak aan. Dit kan de motor
oververhitten.
III-B :
• Plaats de juiste aanvoerrollen, die geschikt zijn voor de door u uit te voeren laswerkzaamheden. De bijgeleverde rollen zijn van dubbelgroefstaal
(0,8/1,0) en aluminium (1,0/1,2) rollen.
- Controleer het opschrift op de rol, om er zeker van te zijn dat de rollen geschikt zijn voor de dia-
meter van het door u gebruikte draad en voor het type draad dat u gebruikt (voor een draad van Ø
1.2, gebruikt u de groef Ø 1.2).
- Gebruik de rollen met een V-groef voor staaldraad en andere hardere draadsoorten.
- Gebruik rollen met een U-groef voor aluminiumdraad en andere soepele draadsoorten.
III-C :
Voor het verwisselen van de draad gaat u als volgt te werk :
• Draai de knoppen maximaal los (III-4) en duw deze naar beneden, breng de draad in, sluit het draadaanvoersysteem en draai de knoppen weer
aan volgens de aanwijzingen.
• Activeer de motor door op de trekker van de toorts te drukken, of zet de schakelaar (I-9) op de stand «draad vervangen».
• Laat het draad ongeveer 5 cm uit de toorts komen, plaats daarna de voor het lasdraad geschikte contactbuis (III-E) en het mondstuk (III-F) op de toorts.
Opmerkingen :
• Een te krappe mantel kan problemen bij de draadaanvoer geven en de motor oververhitten.
• De aansluiting van de toorts moet eveneens goed aangedraaid worden, dit om oververhitting te voorkomen.
• Controleer of het draad en de spoel niet in contact zijn met de mechaniek van het apparaat, dit kan kortsluiting veroorzaken.
AANSLUITING GAS
- Installeer een geschikte drukregelaar op de gasfles. Sluit deze aan op het lasapparaat met de bijgeleverde slang. Bevestig de twee klemmen om
eventuele lekkages te voorkomen.
- Verzekert u zich ervan dat de gasfles goed is bevestigd, en volg nauwkeurig de aanwijzingen op voor het vastmaken van de ketting op de genera-
tor.
- Regel de gastoevoer door aan het wieltje op de drukregelaar te draaien.
NB : om de gastoevoer eenvoudiger te kunnen regelen, kunt u op de trekker van de toorts drukken om de rollen aan te drijven (wieltje van de
draadaanvoer losser draaien om zo te voorkomen dat het draad wordt meegetrokken). Maximale gasdruk : 0.5 MPa (5 bars).
86
AUTOPULSE 320-T3
: de aanduiding is af te lezen op de rol (bijvoorbeeld : 1.2 VT)
: de te gebruiken groef
NL
Video

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières