Projekt1__ 26.06.13 14:14 Seite 24
NL
4. Trek de netstekker uit het stopcontact.
5. Verwijder de drukregelaar van de gasfles.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
8.1 Reiniging
Vóór begin van schoonmaak- en
■
onderhoudswerkzaamheden dient u de
afsluiter van de gasfles dicht te draaien, het
toestel uit te schakelen, van het stroomnet
te scheiden en te laten afkoelen.
Verwijder daarna de drukregelaar met
■
gasslang van de gasfles.
Gebruik een lichte vochtige doek om de
■
behuizing schoon te maken.
Verontreinigingen door stof kunt u met een
■
stofzuiger of voorzichtig met perslucht
verwijderen.
8.2 Onderhoud
Herstellingen of
■
onderhoudswerkzaamheden aan het toestel
mogen enkel door een erkende gasfitter
worden uitgevoerd.
Bij herstellingen mogen alleen originele
■
wisselstukken worden gebruikt.
De netkabel dient regelmatig op defecten of
■
beschadigingen te worden gecontroleerd.
Een beschadigde netkabel mag alleen door
■
een elektrovakman of door ISC GmbH mits
inachtneming van de desbetreffende
bepalingen worden vervangen.
Ten minste eenmaal per maand en telkens
■
bij het verwisselen van de fles met vloeibaar
gas dienen de slangleidingen (gasslang) te
worden gecontroleerd. Wanneer de
slangleidingen tekens van broosheid of
andere beschadigingen vertonen moeten ze
door nieuwe slangleidingen van dezelfde
lengte en kwaliteit worden vervangen.
Na lange stilstandtijden en aan het einde
■
van onderhouds- en
instandhoudingswerkzaamheden dient een
functiecontrole van het hele toestel inclusief
een dichtheidsproef van alle gasvoerende
verbindingen (b.v. met lekopsporingsspray
of zeepsop) alsmede een elektrische
24
veiligheidsproef conform VDE 0701 te
worden uitgevoerd.
8.3. Bestellen van wisselstukken
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken
volgende gegevens te vermelden :
Type van het toestel
■
Artikelnummer van het toestel
■
Ident-nummer van het toestel
■
Wisselstuknummer van het benodigde stuk.
■
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
9. Opberging
9.1 Toestel
Bewaar het toestel en de accessoires op een
donkere, droge en vorstvrije plaats die voor
kinderen ontoegankelijk is. De optimale
opbergtemperatuur ligt tussen 5° C en 30° C.
Bewaar het toestel in de originele verpakking.
9.2. Fles met vloeibaar gas
Fles met vloeibaar gas nooit binnenshuis,
■
onder de begane grond (ruimtes lager dan
het gelijkvloers niveau) of op niet verluchte
plaatsen bewaren!
De afsluiters van de fles met vloeibaar gas
■
dienen van beschermkappen en
sluitmoeren te zijn voorzien.
Gasflessen – ook lege – moeten
■
rechtstaand worden opgeborgen.
10. Aansluitschema (fig. 3)
Q1 AAN-/UIT-schakelaar
F1 Zekeringsthermostat
M1 Ventilatormotor
Y1 Thermo-elektrische ontstekingsbeveiliging
(gasafsluiter)
Y2 Elektromagnetische veiligheidsklep
B1 Thermo-element
B2 Piëzo-ontsteking
B3 Ontstekingselektrode
B4 Brander