Télécharger Imprimer la page

Trix 22348 Mode D'emploi page 3

Publicité

Informations concernant la locomotive réele:
Grâce à l'expérience faite avec les séries E 04 et E 17, l'AEG
reçut en 1933 la commande pour la conception d'une locomotive
pouvant assurer le service de trains lourds rapides. Pour la
transmission de la force motrice sur les roues motrices, l'AEG
donna la préférence à l'entraînement à ressorts hélicoïdaux,
qui avait su faire ses preuves depuis des années. Les essieux
porteurs et les essieux moteurs furent logés dans le châssis
AEG-Krauss-Helmholtz.
Avec une puissance de 2800 kW et une vitesse maximale de 150
km/h, la locomotive s'avéra très performante.
En tant que locomotive à châssis unique la plus puissante, la E
18 se vit décerner en 1937 le grand prix de l'exposition mondiale
à Paris.
Cinquante trois machines furent mises en service jusqu'en 1945,
deux autres après la guerre.
Après 1945, la E18 était représentée avec 41 unités en Allemagne
de l'Ouest, 6 unités en RDA et 2 unités en Autriche. Les 6 unités
restantes furent perdues pendant la guerre.
La E 1842 resta encore quelques années la locomotive la plus
rapide des ÖBB (chemins de fer fédéraux autrichiens). En 1952,
elle fut dotée d'une livrée attrayante avec deux nuances de vert,
forme sous laquelle se présente ce modèle. Après la création
des ÖBB, la E 1842 fut modernisée, rebaptisée en 1118.01 et
dotée ensuite de la livrée orange sanguine « Jaffa » qu'elle
conserva jusqu'à sa réforme, en 1985.
Informatie van het voorbeeld:
Op basis van de goede ervaringen met de serie E 04 en E 17
kreeg AEG in 1933 de opdracht voor het ontwikkelen van een
locomotief voor de zware sneltreindienst. Voor het overbrengen
van het opgewekte vermogen op de drijfwielen, gaf AEG weer
de voorkeur aan de al jaren beproefde "Federtopfantrieb". De
loopassen en de naastliggende drijfassen werden in een AEG-
Krauss-Helmholtz-frame gelagerd.
De locomotief bewees zich met een vermogen van 2800 kW en
een maximumsnelheid van 150 km/h als zeer krachtig.
Als sterkste locomotief met een star frame, ontving de E18 op de
Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs de Grand Prix.
Voor 1945 werden er 53 machines in dienst genomen en na de
oorlog kwamen er nog 2 bij. De E18 was na 1945 met 41 stuks in
West-Duitsland, 6 stuks in de DDR en 2 stuks in Oostenrijk verte-
genwoordigd. De andere 6 haalden het eind van de oorlog niet.
De E18 42 was nog enkele jaren de snelste loc van de BBÖ. In
1952 werd de loc in deze attractieve kleurstelling met twee groen
tinten gespoten, zoals ook het model is uitgevoerd. Na de oprich-
ting van de ÖBB werd de loc gemoderniseerd, omgenummerd in
1118.01 en later in de oranje "Jaffa"- kleurstelling geschilderd.
Deze kleur behield de loc tot de buitendienststelling in 1985.
3

Publicité

loading