Veiligheidsvoorschriften - Conrad ModelCraft Hurricane Notice D'emploi

Set brushless 1:18 12 tours
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Gebruiksaanwijzing
Versie 12/12
1:18 Brushless set „Hurricane", 12 turns
Bestelnr. 51 80 75

Voorgeschreven gebruik
Het product is een set bestaand uit een elektronische rijregelaar, een Brushless motor en een programmeerkaart.
De set is als vervang- of tuningdeel voor monstertrucks, truggy's en circuitvoertuigen voorzien. Het
programmeren van de rijregelaar gebeurt via de meegeleverde programmeerkaart.
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving. Alle vermelde bedrijfs- en
productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden.

Leveringsomvang
• Rijregelaar
• Brushless-motor
• Programmeerkaart
• Gebruiksaanwijzing


Veiligheidsvoorschriften

Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt het
recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het
niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! In
zulke gevallen vervalt de garantie.
• Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of wijzigen van het product niet
toegestaan. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die u zelf kunt onderhouden. Open het dus niet.
Hierdoor vervalt bovendien de garantie!
• Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen!
• Het product mag niet vochtig of nat worden.
• Schakel altijd eerst de zender in en zet de stuurknuppel voor de motorregeling in de neutraalstand. Pas nu
mag de rijregelaar met een accupack worden verbonden en worden ingeschakeld. Bij het uitschakelen moet
in omgekeerde volgorde worden tewerk gegaan - eerst de rijregelaar uitschakelen en de accu ontkoppelen,
pas dan de zender uitschakelen.
• Klem de accu altijd van de rijregelaar af wanneer de rijregelaar niet wordt gebruikt. Bij korte pauzes kan de
rijregelaar via de aan/uit-schakelaar worden uitgezet.
• De rijregelaar kan in verbinding met de meegeleverde motor voor NiMH/NiCd-accu's, LiPo-accu's worden
gebruikt. De technische gegevens vindt u in de tabel in het hoofdstuk „Technische gegevens".
• Naargelang het gebruiksdoel (on- of off-road) en rijbaanondergrond (teer, zand, gras) levert dit verschillende
stroomwaarden tijdens het gebruik af. Houd zeker rekening met de technische gegevens van deze
gebruiksaanwijzing. Bij het niet in acht nemen van de grenswaarden kan de motor en/of rijregelaar evt.
worden vernield. Verlies van garantie/aansprakelijkheid!
• Zowel de motor als de rijregelaar en accu worden tijdens het gebruik erg heet. Verbrandingsgevaar!
• De rijregelaar mag alleen via een accupack van voeding worden voorzien, niet via een netadapter.
• Sluit slechts één Brushless motor op de rijregelaar aan.
• De Brushless rijregelaar is niet geschikt voor gewone elektromotoren met twee aansluitingen!
• Houd bij de inbouw een zo groot mogelijke afstand tussen de ontvanger en rijregelaar/motor aan om een
wederzijdse beïnvloeding te voorkomen.
• Leg de antennekabel van de ontvanger niet parallel aan de stroomvoerende kabels.
• Maak geen bundel van de antennekabel, maar gebruik bijvoorbeeld een antennebuisje dat uit het voertuig
steekt.
• Bij het gebruik van het model moet voor voldoende koeling van de rijregelaar en van de motor worden
gezorgd. Dek de koeler en ventilator van de rijregelaar nooit af!
• Controleer de werking van de ventilator bij elk gebruik. Zorg dat de ventilator niet wordt geblokkeerd en
verwijder eventueel aanwezig stof en vuil dat zich door het gebruik van het voertuig op de ventilator heeft
verzameld.
• Vermijd het blokkeren van de aandrijving. De hieruit ontstane stromen zouden kunnen leiden tot vernietiging
van de motor en/of de rijregelaar.
• Let erop dat de aandrijving soepel loopt en regelmatig wordt onderhouden.
• Controleer het voertuig en de rijregelaar/motor op eventuele beschadigingen. Wanneer u beschadigingen
vaststelt, mag u het voertuig resp. de rijregelaar/motor niet meer gebruiken.
• Voordat de accu wordt opgeladen, dient deze van de rijregelaar te worden losgekoppeld.
• Behandel het product voorzichtig. Door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte - kan het
beschadigd raken.
• U mag het verpakkingsmateriaal niet zomaar laten rondslingeren. Dit is gevaarlijk speelgoed voor kinderen.
Zorg dat uw handen of voorwerpen niet in de draaiende onderdelen van modelvoertuigen terecht komen.
Verwondingsgevaar!

Montage
• Wanneer het product als vervanging van een bestaande aandrijving wordt gebruikt, dient u eerst de oude
rijregelaar/motor uit uw model te verwijderen.
• Bevestig nu de nieuwe rijregelaar/motor in het voertuigchassis. Kies naargelang de plaatsverhoudingen
dezelfde montageplaats. Idealiter ligt deze zo ver mogelijk van de ontvanger. De rijregelaar dient ook niet
direct naast de motor te liggen. Let hierbij op dat de LED's op de rijregelaar (onder de drie motoraansluitkabels)
in de ingebouwde toestand nog zichtbaar zijn.
• Verbind de kabel van de rijregelaar met die van de motor, let op de kleurcodering: dan is de vooruit/achteruit-
beweging van de motor in combinatie let de rijregelaar correct. Wanneer later blijkt dat de draairichting van
de motor toch verkeerd is, kunt u twee van de drie motoraansluitingen gewoon verwisselen. De motor draait
dan in de andere richting. Anders kunt u met de als accessoire optioneel verkrijgbare programmeerkaart
elektronisch wijzigen.
• Voor de bevestiging van de rijregelaar kan bijvoorbeeld klittenband of dubbelzijdig plakband worden
gebruikt.
• Controleer of de vier bevestigingsschroeven van de ventilator goed vast zitten. Controleer ook regelmatig
de werking van het voertuig.
• De aan/uit-schakelaar met geïntegreerde programmeerknop dient zo te worden aangebracht, dat deze
gemakkelijk kan worden bediend. Voor de bevestiging kan klittenband of dubbelzijdig plakband worden
gebruikt.
• Zorg dat kabels niet in draaiende of bewegende delen van het voertuig kunnen komen. Gebruik voor het
vastmaken bijvoorbeeld kabelbinders.

Programmering
a) Programmeren van volgas- en neutrale stand
Om de volgasinstelling voor vooruit/achteruitrijden en de neutrale stand te programmeren, gaat u als volgt te
werk:
• Schakel de zender in en laat de gas/remhendel in de neutrale stand staan. Zet de trimming voor de rijfunctie
in de middelste stand. Bij computerzenders mogen geen wegbegrenzingen geprogrammeerd zijn.
• Schakel de rijregelaar uit en sluit daarna de rijaccu aan.
• Houd de set-uptoets ingedrukt en schakel de rijregelaar in. Houd de Setup-toets net zolang ingedrukt
(ongeveer 4 seconden) tot de oranje LED brandt. Laat nu dan de setup-toets weer los.
• Beweeg de gas-/remhendel naar de volgasstand voor het vooruitrijden (gas-/remhendel helemaal naar de
greep toe trekken) en houd deze daar vast. De rode LED knippert gedurende ongeveer 2-3 seconden en
licht dan voortdurend op. Als dit niet het geval is en de rode LED knippert alleen wanneer u in de volgasstand
achteruit (gashendel weg van de handgreep bewegen) beweegt, dan moet u de reverse-schakelaar voor
de rijfunctie op „Reverse" instellen.
De motor geeft één geluidssignaal. De volgaspositie voor het vooruit rijden is opgeslagen.
Het piepsignaal wordt door het kort aanjagen van de Brushless motor veroorzaakt. Afhankelijk
van de motor is het piepsignaal weliswaar heel zacht of niet hoorbaar voor u. Let dan op de
melding van de LED's op de rijregelaar.
• Beweeg de gas-/remhendel naar de volgasstand voor het achteruitrijden (gas-/remhendel helemaal van de
greep wegschuiven) en houd deze daar vast. De oranje LED knippert gedurende 2-3 seconden en licht dan
permanent op; de motor geeft twee piepsignalen weer. De volgaspositie voor het achteruit rijden is
opgeslagen.
• Laat nu de gas-/remhendel los zodat deze in de neutraalstand staat. De rode LED en de oranje LED
knipperen gelijktijdig voor ongeveer 2-3 seconden en doven daarna uit. De motor geeft één geluidssignaal.
De neutraalstand is opgeslagen.
• Schakel de rijregelaar uit; het programmeren is daarmee voltooid en opgeslagen. Wanneer u nu de
rijregelaar inschakelt, is de rijregelaar met de hierboven uitgevoerde instellingen bedrijfsklaar. In dit geval
brandt de oranje LED permanent.
b) Programmeren van de speciale functies
Met de programmeerkaart uit de leveringsomvang kunnen alle mogelijke instellingen van de voertuigregelaar
heel makkelijk worden geprogrammeerd.
Aan de voorzijde van de programmeerkaart bevinden zich twee stekkermogelijkheden. De linkerbus dient
voor een externe stroomtoevoer van 5 tot 6,3 V als de te programmeren rijregelaar niet over een BEC-systeem
beschikt. De rechterbus is ontworpen voor de aansluiting van een rijregelaar.
Let bij het opnieuw aansluiten op de juiste polariteit. Let hier op de markeringen op de behuizing van de
programmeerkaart.
Ga als volgt te werk om de rijregelaar te programmeren:
• Zet de rijregelaar uit.
• Verbind de servostekker van de rijregelaar met de programmeerkaart, en let daarbij op de juiste polariteit
van de servostekker (zwart = min/-)
De stroomtoevoer gebeurt in regel door een zogenaamd BEC-systeem dat meestal in de
rijregelaar is geïntegreerd en de stroomtoevoer van de ontvanger uit de rijaccu gebruikt.
Als de te programmeren rijregelaar niet over een dergelijk BEC-systeem beschikt dan moet de
programmeerkaart bijkomend door een externe spanningsbron van stroom worden voorzien.
Steek hiervoor in de linker aansluitbus bovenop de servostekker van de rijregelaar een geschikte
ontvangeraccu (5 tot 6,3 V).
• Als de programmeerkaart via een externe stroomtoevoer wordt aangedreven, moet eerst de rijregelaar en
dan de externe stroomtoevoer worden ingeschakeld. Let hierbij op de correct polariteit en hoogte van de
stroomtoevoer (max. 6,3 V).
• Verbind de rijregelaar met een rijaccu en schakel de rijregelaar in. De controle-LED en de linker- en
rechterschermindicator van de programmeerkaart lichten op. Op het linkerdisplay wordt de temperatuurfunctie
weergegeven. Op het rechterdisplay wordt de huidige in de rijregelaar opgeslagen waarde weergegeven.
• Met de toets „Menu" kunt u de gewenste functie die moet worden gewijzigd, selecteren. Met de toets „Value"
kunt u het reeds geselecteerde menupunt uit het linkerdisplay wijzigen. In het rechterdisplay verandert de
waarde in stijgende lijn telkens u op de toets „Value" drukt.
• Sla met de toets „OK" de nieuw geselecteerde instelling in de rijregelaar op. De LED van de programmeerkaart
en de LED in de rijregelaar knipperen kort.
Wanneer u meer instellingen in andere menupunten wilt uitvoeren, gaat u op dezelfde manier te werk.

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

51 80 75

Table des Matières