Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
BRANDSTOF EN BIJTANKEN
WAARSCHUWING
Wees uiterst voorzichtig bij het hanteren van brandstof.
Benzine is brandbaar en de dampen zijn gifi tg en
explosief.
■ Meng en sla brandstof op in een container die
goedgekeurd is voor benzine.
■ Vul brandstof bij alvorens de motor te starten Haal
nooit de dop van de brandstoftank af en vul geen
brandstof bij als de motor draait of als de motor heet is.
■ Niet roken.
■ Brandstof bijvullen moet altijd buiten plaatsvinden.
Vul brandstof nooit bij in een afgesloten of slecht
geventileerde ruimte. Houd het product uit de buurt
van ontstekingsbronnen, vonken en open vuur.
■ Veeg gemorste brandstof van het apparaat. Ga op 9 m
(30 voet) afstand van de brandstofvulplaats staan voor
u de motor start.
BRANDSTOF MENGEN
Zie afbeelding 2.
■ Dit
apparaat
wordt
tweetaktmotor en hiervoor moet vooraf benzine en
tweetaktolie worden gemengd. Meng vooraf ongelode
benzine en tweetaktmotorolie in een schone container
die goedgekeurd is voor benzine.
■ Deze motor is officieel geschikt verklaard voor
het gebruik van ongelode autobenzine met een
octaangetal van 91 ([R + M] /2) of hoger.
■ Gebruik geen voorgemengd brandstof/smeermiddel
mengsel van tankstations, ook niet het voorgemengde
benzine/smeermiddel mengsel dat wordt gebruikt in
bromfietsen, motorfietsen, etc.
■ Gebruik uitsluitend synthetische tweetaktolie. Gebruik
geen smeermiddel voor auto's of tweetaktolie voor
buitenboordmotoren.
■ Meng 2% synthetische 2-taktolie in de benzine. Dat is
een verhouding van 50:1.
■ Meng de brandstof zorgvuldig en doe dit elke keer
voordat u bijtankt.
■ Meng kleine hoeveelheden. Meng niet meer dan
binnen een periode van 30 dagen kan worden
verbruikt. Wij raden u aan om een synthetische
tweetaktolie te gebruiken die een brandstofstabilisator
bevat.
aangedreven
door
een
DE TANK VULLEN
■ Vul brandstof altijd buitenshuis op een goed verluchte
plaats, weg van vonken, vlammen of andere
ontstekingsbronnen. Kies een harde ondergrond voor
deze taak.
■ Maak het gebied rond de brandstofdop schoon om
vervuiling te voorkomen.
■ Draai de brandstofdop voorzichtig los.
■ Reinig en inspecteer de pakking.
■ Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de tank.
Voorkom dat u morst.
■ Plaats de brandstofdop meteen terug en draai deze
handvast. Veeg eventueel gemorste brandstof weg.
OPMERKING: Tijdens en na het eerste gebruik van
een nieuwe motor kan er rook worden uitgeblazen.
Dit is normaal.
WAARSCHUWING
Schakel de motor altijd uit voor u met brandstof vult.
Nooit brandstof aan een apparaat toevoegen terwijl
de motor draait of heet is. Zorg voor een afstand van
minimaal 9 m tot de brandstofl ocatie voordat u de motor
start. Niet roken!
1 L
+
2 L
+
3 L
+
4 L
+
5 L
+
STARTEN EN STOPPEN
De startmethode verschilt afhankelijk van het feit of de
motor warm of koud is.
Een koude motor met de hand starten:
Zie afbeelding 3a.
1. Plaats de heggenschaar op een vlak oppervlak en
zorg ervoor dat er geen enkel voorwerp of geen enkele
obstructie in de buurt is dat in contact kan komen met
de snijbladen.
2. Druk de aan-/uit-knop in de "I"-stand voor u de
heggenschaar start. Houd het achterste handvat, de
gashendel en de gashendelvergrendeling met uw
linkerhand vast en knijp deze stevig in.
3. Druk 10 keer op de brandstofbalg.
4. Zet de chokehendel in de chokestand " ".
5. Trek aan de startkoord tot de motor start. Trek niet
meer dan 6 keer aan de startkoord.
86
20 mL =
40 mL =
60 mL =
50:1 (2%)
80 mL =
100 mL =