Ref. 11/595
• Aansluiting op de luidsprekerslijn
Sluit klem 1 van de klemmenstrook 'CONTROL I/O' aan op de
100 V vermogensuitgang. De luidsprekerslijn moet daarentegen
op klem 2 worden aangesloten (zie afb. 3.3.3, pag. 36).
• Aansluiting ingangen (optie)
Indien men een tweede ingang wenst aan te sluiten, dienen de
klemmen 8, 9 e 10 van de klemmenstrook 'CONTROL I/O' [8]
gebruikt te worden, zoals aangegeven op afbeelding 3.5.2.
IN –
C
IN +
O
N
T
R
O
L
I
/
O
Afb./Fig. 3.5.2
• Aansluiting relais
Zoals te zien is op het achterpaneel van de versterker, zijn de
relaisaansluitingen zoals aangegeven op afbeelding 3.5.3.
• Werking van het relais
Het relais kent drie werkingsmodi. Bij de eerste modus (MODE
0 - fabrieksinstelling) is het relais altijd bekrachtigd en wordt
het uitsluitend gedeactiveerd als er geen voeding is of wanneer
de versterker stuk is. In deze modus is het mogelijk om, met
behulp van de kaart PM2095, een systeem met meerdere
versterkers in te stellen, met automatische inschakeling van
één of meer reserveversterkers. Bij de tweede modus (MODE
1) is het relais altijd bekrachtigd en het wordt het uitsluitend
gedeactiveerd wanneer er een defect is op de luidsprekerlijn.
Bij de derde modus (MODE 2) is het relais altijd bekrachtigd
en wordt het gedeactiveerd wanneer de lijn of de versterker
stuk is.
• Werkingsmodus van het relais
Hieronder volgt een beschrijving van de procedure die gevolgd
moet worden om de verschillende modi in te stellen middels de
dip-switch van de kaart. De hendels moeten achtereenvolgens
(niet tegelijkertijd) omlaag gezet worden.
MODE 0
a
b
• Potentiometer met
afstandsbediening
De potentiometer met afstands-
bediening moet worden aangesloten
op de klemmen 6, 7 en 8 van de
klemmenstrook 'CONTROL I/O' [8].
Zie afb. 3.5.5 voor het verhogen of
verlagen van het geluidsvolume.
38
-
10
IN
INPUT
+
LINE
9
IN
8
min. 10K
W
LIN.
7
REMOTE VOL.
6
V max 100V
5
NORMAL OPEN
4
COMMON
I max 3A
3
NORMAL CLOSED
RELAY
2
TO SPEAKER LINE
1
TO POWER OUTPUT
c
d
a
Afb./Fig. 3.5.4
Volume
+
Volume
–
Afb./Fig. 3.5.5
- PMS2000 System -
• Conexión a la línea altavoces
Conectar el terminal 1 de la bornera 'CONTROL I/O'a la salida
de potencia 100 V. La línea altavoces se debe conectar al terminal
2 (ver figura 3.3.3, pág 36).
• Conexión entradas (opción)
Si se desea conectar una segunda entrada, utilizar los terminales
8, 9 y 10 de la bornera de conexión 'CONTROL I/O' como
mostrado en la figura 3.5.2.
C
O
N
T
R
O
L
I
/
O
• Conexión relé
Como indicado en el panel trasero del amplificador, las
conexiones del relé son las mostradas en la figura 3.5.3.
• Funcionamiento del relé
Las modalidades de funcionamiento del relé son tres.
La primera (MODE 0 - configuración de fábrica) prevé que el
relé esté siempre excitado y se desexcita sólo por falta de
alimentación o avería del amplificador. En esta modalidad es
posible, utilizando la tarjeta PM2095, configurar un sistema
de varios amplificadores con la activación automática de una
o más reservas. En la segunda modalidad (MODE 1) el relé
está siempre excitado y se desexcita sólo ante una avería en
la línea de los altavoces.
En la tercera modalidad (MODE 2) el relé está siempre
excitado y se desexcita si hay una avería en la línea o en el
amplificador.
• Modalidad de funcionamiento del relé
A continuación se presenta la secuencia a efectuar para
configurar las distintas modalidades trámite el dip-switch de
la tarjeta. Las palancas se deben bajar de manera secuencial
(no simultánea).
MODE 1
b
c
d
-
10
IN
INPUT
C
+
LINE
9
IN
O
8
N
T
min. 10K
W
LIN.
7
R
REMOTE VOL.
6
O
5
NORMAL OPEN
V max 100V
L
4
COMMON
I max 3A
I
3
NORMAL CLOSED
RELAY
/
2
TO SPEAKER LINE
O
1
TO POWER OUTPUT
-
10
IN
INPUT
+
LINE
9
IN
8
min. 10K
LIN.
7
W
REMOTE VOL.
6
5
NORMAL OPEN
V max 100V
4
COMMON
I max 3A
3
RELAY
NORMAL CLOSED
2
TO SPEAKER LINE
1
TO POWER OUTPUT
Afb./Fig. 3.5.3
MODE 2
a
b
c
d
• Potenciómetro remoto
El potenciómetro remoto se debe
conectar a los terminales 6, 7 y 8 de
la bornera de conexión 'CONTROL I/
O' [8].
Hacer referencia a la fig. 3.5.5 para
aumentar o reducir el volumen.
PMW500-V