Nederlands
9.4.1
Zodra de motor draait
► Gashendelblokkering indrukken en direct
hierop de gashendel even aantippen – de cho‐
keknop springt in de werkstand F
LET OP
De motor moet direct stationair gaan draaien –
anders kan er, wanneer de boorrem is ingescha‐
keld, schade aan de koppeling optreden.
B
► Het apparaat op de punt van het boorgereed‐
schap zetten
► De arrêteerhendel in stand B plaatsen – de
boorrem is uitgeschakeld – de grondboorma‐
chine is klaar voor gebruik
54
WAARSCHUWING
Bij een correct afgestelde carburateur mag het
boorgereedschap bij stationair toerental niet
meedraaien!
Het apparaat is klaar voor gebruik.
9.5
Motor afzetten
► De stopschakelaar indrukken – de motor stopt
– de stopschakelaar loslaten – de stopschake‐
laar veert terug
9.6
Verdere aanwijzingen met
betrekking tot het starten
De motor slaat in de koudestartstand g of bij
het accelereren af.
► De chokeknop in stand < plaatsen – verder
starten tot de motor draait
De motor start niet in de warmestartstand <
► De chokeknop in stand g plaatsen – verder
starten tot de motor draait
De motor slaat niet aan
► Controleren of alle bedieningselementen cor‐
rect zijn afgesteld
► Controleren of de tank met benzine is gevuld,
zo nodig tanken
► Controleren of de bougiesteker stevig op de
bougie is gedrukt
► Startprocedure herhalen
De motor is "verzopen"
► De chokeknop in stand F plaatsen – verder
starten tot de motor draait
Alle benzine werd verbruikt
► Na het tanken de balg van de hand-benzine‐
pomp ten minste 5-maal indrukken – ook als
de balg met benzine is gevuld
► De chokeknop afhankelijk van de motortempe‐
ratuur instellen
► Motor opnieuw starten
10 Gebruiksvoorschriften
10.1
Gedurende de eerste bedrijfsu‐
ren
Het nieuwe apparaat tot aan de derde tankvul‐
ling niet onbelast met hoge toerentallen laten
draaien, om te voorkomen dat er tijdens de
inloopfase extra belasting optreedt. Gedurende
de inloopfase moeten de bewegende delen op
elkaar inlopen – in de motor heerst een hogere
10 Gebruiksvoorschriften
0458-529-9421-B