Typ winipcfg en druk op ENTER.
Selecteer de draadloze netwerkverbinding in het
vervolgkeuzemenu.
5. Als in stap 4 geen informatie over het IP-adres van de
draadloze verbinding van de Ethernet-adapter wordt
weergegeven, communiceert uw computer niet met de
PCI-adapter. U dient de installatieprocedure te herhalen.
Als in stap 4 wordt aangegeven dat uw media niet is
aangesloten, communiceert de computer met de PCI-adapter,
maar heeft de PCI-adapter geen IP-adres van de router
gekregen. Controleer of u de juiste draadloze router of het
juiste draadloze access point hebt geselecteerd. Controleer of
de beveiligingsinstellingen van de PCI-adapter overeenkomen
met de beveiligingsinstellingen van het draadloze access point
of de draadloze router.
6. Typ Ping gevolgd door het IP-adres van de router of het access
point. Raadpleeg de documentatie bij uw router of access
point voor het verkrijgen van het IP-adres. Als u het access
point niet kunt pingen, dient u te controleren of alle kabels
juist zijn aangesloten. Haal vervolgens de stekker van het
access point uit het stopcontact, sluit deze opnieuw aan en
start de computer opnieuw op. Als u deze ping niet kunt
voltooien, dient u documentatie over het oplossen van
problemen bij uw draadloze router of access point te
raadplegen.
7. Typ Ping gevolgd door het LAN IP-adres van de standaard
gateway om de communicatie met de gateway (draadloze
router) te controleren.
Opmerking: voordat u stap 8 en stap 9 uitvoert, dient u de
WAN-gegevens van de gateway te verzamelen,
Nederlands
91