Bedieningshandleiding/
ingebruikname
• Beweeg de mastervinger opnieuw
over de sensor heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de LED rood.
• Beweeg de mastervinger voor de
derde keer over de sensor heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de groene LED
permanent. De mastervinger is nu
op geldige wijze ingelezen. Nu kunt
u gebruikersvingers gaan inlezen.
Als er een vinger over de sensor
bewogen, maar niet herkend is,
knippert de rode LED 3 gedurende
sec. Daarna brandt de groene LED.
Inlezen herhalen.
Gebruikersvingers inlezen
Voorwaarde:
• LED groen brandt (bedrijfsstatus)
• Mastervinger 1 maal over de
sensor heen bewegen.
LED rood brandt.
• Beweeg de gebruikersvinger over
de sensor heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de LED rood.
• Beweeg de gebruikersvinger
opnieuw over de sensor heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de LED rood.
• Beweeg de gebruikersvinger voor
de derde keer over de sensor heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de groene LED
permanent.
Als er een vinger over de sensor
bewogen, maar niet herkend is,
knippert de rode LED 3 gedurende
sec. Daarna brandt de groene LED.
Inlezen herhalen.
Controle:
• Gebruikersvinger 1 maal over de
sensor heen bewegen.
De LED groen knippert en het relais
schakelt.
16
Bedrijfsmodus
veranderen
Om een administratorvinger en
meerdere mastervingers in te lezen,
moet u de bedrijfsmodus eerst
veranderen. U stelt de bedrijfsmodus
op de achterzijde van de module in:
7 Module-ontname
• Met de Vario-sleutel de module
ontgrendelen. (Zie ook de product-
informatie Siedle-Vario)
8 Bedrijfsmodus instellen
• Klep op de achterzijde van de
module met behulp van een
schroevendraaier openen
• Gewenste bedrijfsmodus
(0 t/m 9) op de draaischakelaar
instellen.
Als u de gewenste bedrijfsmodus
ingesteld hebt, moet u de klep
sluiten en de module weer
inbouwen.
Instelbare bedrijfsmodi:
1 = Mastermodus
9 = Administratormodus
0, 2...8 = Wismodus
Administratormodus
Administratorvinger inlezen
Voorwaarde:
• Administratormodus ingesteld
LED rood brandt (fabriekstoestand)
De vinger die u in de
administratormodus het eerst
inleest, is de administratorvinger.
• Beweeg de administratorvinger
over de sensor heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de LED rood.
• Beweeg de administratorvinger
opnieuw over de sensor heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de LED rood.
• Beweeg de administratorvinger
voor de derde keer over de sensor
heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de LED permanent.
De administratorvinger is nu op
geldige wijze ingelezen. Nu kunt u
mastervingers gaan inlezen.
Als er een vinger over de sensor
bewogen, maar niet herkend is,
knippert de rode LED 3 gedurende
sec. Daarna brandt de groene LED.
Inlezen herhalen.
Mastervinger inlezen
• Beweeg de administratorvinger
1 maal over de sensor heen.
LED rood brandt (inleesmodus voor
de mastervinger)
• Beweeg de mastervinger over de
sensor heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de LED rood.
• Beweeg de mastervinger opnieuw
over de sensor heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de LED rood.
• Beweeg de mastervinger voor de
derde keer over de sensor heen.
De LED groen knippert ca. 3 sec.,
daarna brandt de LED permanent.
De mastervinger is nu op geldige
wijze ingelezen.
Als u nog meer mastervinger
(max. 5) wilt inlezen, herhaalt u de
hierboven beschreven procedure.
Of:
U wilt gebruikersvingers inlezen.
Lees dan de paragraaf
"Gebruikersvingers inlezen".
Als er een vinger over de sensor
bewogen, maar niet herkend is,
knippert de rode LED 3 gedurende
sec. Daarna brandt de groene LED.
Inlezen herhalen.
Controle:
• Gebruikersvinger 1 maal over de
sensor heen bewegen.
De LED groen knippert en het relais
schakelt.