INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS
CONVERSIES
DE INJECTOREN VERVANGEN
Onze pitten kunnen aangepast worden aan
verschillende gastypes door de gepaste injectoren
te installeren voor het gas dat u wenst te gebruiken.
Om de installatietechnicus te helpen, geeft de tabel
van de paragraaf <TECHNISCHE KENMERKEN> de
nominale branderbelasting, de diameter van de injector
en de bedrijfsdruk van de verschillende gastypes;
Respecteer de volgende instructies:
Vervanging injector - Fornuispitten.
Om de injectors van een kookplaat te vervangen,
verwijdert men de onder- en bovenkant van de pit,
vervang ze daarna met een moersleutel van Ø 7 mm
(fig. 22).
Na vervanging van alle injectors, moet de
brander worden afgesteld zoals uitgelegd in
de vorige paragrafen. De technicus moet na de
regeling alle afdichtingen vervangen.
DE ELEKTRISCHE COMPONENTEN VERVANGEN
• De achterste bescherming moet worden verwijderd
voor de vervanging van de elektrische weerstanden, de
lamphouder, het klemmenbord en de voedingskabel.
• Wanneer u de voedingskabel moet vervangen,
dient u de aardingsdraad altijd langer te houden
datn de fasedraden, bovendien moeten de
instructies in de paragraaf "ELEKTRISCHE
AANSLUITING" worden opgevolgd.
Raadpleeg de instructies in de paragraaf DE
•
OVENLAMP VERVANGEN om de ovenlamp te
vervangen.
• Om de lamphouder (P), type 1 te vervangen, forceert
men de blokkeerlipjes (M), daarna neemt men de
lamphouder weg naar de buitenkant van de oven.
• Om de lamphouder (P), type 2 te vervangen, gebruikt
men een schroevendraaier om op de klemtopjes te
drukken (fig. 23), duw de lamphouder daarna naar
binnen in de oven.
• Om de ontstekingsgenerator te vervangen, moet men
het linker
zijpaneel van het toestel wegnemen.
• Om de thermostaat, omschakelaars of weerstanden
van de kookplaten te vervangen, moet de werktop
worden verwijderd.
P
26
22
M
23