INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De elektrische aansluiting moet uitgevoerd
worden volgens de huidige normen en wettelijke
voorschriften.
Vooraleer aan te sluiten, controleer of:
• De amperewaarde van het systeem en de
elektrische fittingen geschikt is voor het maximaal
vermogen van het toestel (zie gegevenslabel op de
achterzijde van het fornuis).
• De fitting of het systeem beschikt over een efficiënte
aardaansluiting, conform de huidige normen en
wettelijke voorschriften. Elke aansprakelijkheid
wordt afgewezen ingeval dit niet gerespecteerd
wordt.
• Het stopcontact en de fitting van de meerpolige
schakelaar moeten na de installatie van het toestel
bereikbaar blijven.
• Indien het toestel geen voedingskabel heeft,
sluit dan een kabel met een gepaste doorsnede
aan op het klemmenbord (zie paragraaf «DE
VOEDINGSKABEL AANSLUITEN»).
Bij de aansluiting op de hoofdleiding:
• Voorzie de voedingskabel (indien zonder) van
een standaardstekker, geschikt voor de belasting
aangegeven op het gegevenslabel. Sluit de draden
aan zoals geïllustreerd hieronder en denk eraan
dat de aardingsdraad langer moet zijn dan de
fasedraden:
letter
L
(fase)
letter
N
(neutraal)
symbool
(aarding)
• De vermogenskabel moet op dusdanige manier
geschikt worden dat geen enkel deel ervan
temperaturen boven de 75 °C kan halen.
• Gebruik voor de aansluiting geen adapters of shunts
omdat die vasle contacten kunnen veroorzaken,
met gevaarlijke oververhitting als gevolg.
= bruine draad
= blauwe draad
= groengele draad
Wanneer
rechtstreeks
aangesloten wordt:
• Installeer een meerpolige schakelaar die de last
van het toestel aankan, met een opening tussen de
contacten van minstens 3 mm.
• Denk eraan dat de aardingsdraad niet onderbroken
mag worden door de schakelaar.
DE VOEDINGSKABEL AANSLUITEN
De combifornuizen verlaten de fabriek klaar voor en-
kelfasige stroom, maar mits de nodige aanpassingen
kunnen ze ook door driefasesystemen worden gevoed.
Neem hiervoor de volgende instructies in acht:
• Haal het achterste paneel van het fornuis.
• Verplaats de verbindingsplaten op het klemmen-
bord volgens het type verbinding die u wenst, volg
hiervoor het diagram in fig. 18. Dit diagram is ook
aan de achterkant van het fornuis aangebracht.
• Verbind de voedingskabel, die moet een geschikte
doorsnede hebben (zie tabel in de paragraaf
<TECHNISCHE KENMERKEN>); zorg dat de
aardingsdraad langer blijft dan de fasedraden.
• Zet de kabel vast in de klem en plaats het achterste
paneel.
230 V
230 V
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
N
L1
L1
L1
230 V
230 V 3
23
op
de
hoofdleiding
230 V
230 V
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
L3
L1
L3
N
L1
L2
L3
400 V 2N
400 V 3N
18
N