INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS
PLAATS EN VERLUCHTING
Gasfornuizen moeten de verbrandingsproducten en
vocht altijd afvoeren langs kappen verbonden met een
rookkanaal of rechtstreeks naar buiten (fig. 15).
Indien het niet mogelijk is om een afzuigkap te gebruiken,
moet een ventilator in een raam of op een buitenmuur
worden geïnstalleerd. De ventilator moet
ingeschakeld telkens het toestel wordt gebruikt (fig. 15) en
moet beantwoorden aan alle relevante normen betreffende
ventilatie.
LUCHTINLAAT MIN. DOORSN. 100 cm
LUCHTINLAAT MIN. DOORSN. 100 cm
LUCHTINLAAT MIN. DOORSN. 100 cm
PLAATSING VAN HET FORNUIS
Het toestel is uitgerust met de volgende onderdelen voor en
correcte plaatsing:
• Verstelbare voeten om te monteren op het toestel, waarmee
de hoogte van het fornuis kan worden geregeld zodat het
fornuis met de rest van het keukenmeubilair kan worden
worden
uitgelijnd (fig.16 en 16a).
• Bescherming achteraan (A). De fornuizen die uitgerust zijn met
dit accessoire verlaten de fabriek met dit bijzonder onderdeel
toegevoegd in de verpakking. Om de bescherming achteraan
te monteren, moeten de schroeven (V) aan de achterkant van
de kookplaat losgeschroefd worden. Dan kan de bescherming
achteraan gemonteerd worden zoals aangegeven in figuur 17.
13
2
14
2
15
2
22
A
V
16
1 6 a
17