lasapparaat. Neem kennis van
de technische specificaties van
dit apparaat.
Laat reparaties en/of onder-
houdswerkzaamheden uitslui-
tend door gekwalificeerde
elektriciens uitvoeren.
Gebruik alleen de meegele-
verde laskabels.
Het apparaat mag tijdens
het gebruik niet direct tegen
de wand staan, niet worden
afgedekt of tussen andere
apparaten geklemd, zodat
altijd voldoende lucht door
de luchtsleuven kan worden
opgenomen. Controleer of het
apparaat juist op de netspan-
ning is aangesloten. Vermijd
iedere trekbelasting van de
voedingskabel. Trek de stroom-
stekker uit het stopcontact,
voordat u het apparaat op een
andere plaats opstelt.
Wanneer het apparaat niet
wordt gebruikt, schakelt u het
altijd met de AAN-/UIT-scha-
kelaar uit. Leg de elektroden-
houder op een geïsoleerde
ondergrond en haal de elektro-
den pas na 15 minuten afkoe-
ling uit de houder.
Let op de staat van de las-
kabels, de toorts en de mas-
saklemmen. Slijtage aan de
isolering en aan de stroomvoe-
rende delen kan gevaarlijk zijn
en de kwaliteit van de laswerk-
zaamheden verminderen.
Booglassen produceert von-
ken, gesmolten metalen deel-
tjes en rook. Let daarom op:
verwijder alle brandbare sub-
stanties en/of materialen uit
de werkplek en de onmiddel-
lijke omgeving daarvan.
Zorg voor ventilatie van de
werkplek.
Las niet op containers, vaten
of buizen die brandbare vloei-
stoffen of gassen bevatten of
bevat hebben.
WAARSCHUWING
direct contact met het elektri-
sche lascircuit. De nullastspan-
ning tussen elektrodetang en
massaklem kan gevaarlijk zijn,
er bestaat het gevaar van een
elektrische schok.
Berg het apparaat niet op in
een vochtige of natte omge-
ving of in de regen. Hier geldt
de beschermingsklasse IP21S.
Bescherm de ogen met de
daarvoor bedoelde bescher-
mende glazen (DIN graad
9–10), die u op het meege-
leverde lasscherm bevestigt.
Gebruik handschoenen en
droge beschermende kleding,
die vrij is van olie en vet, om
Vermijd elk
31
NL/BE