ruimtes met een stroombelast-
baarheid van minstens 100 A
per fase.
z Vóór de inbedrijfstelling
Neem alle onderdelen uit de verpakking
en controleer of het vuldraadlasapparaat
of de afzonderlijke onderdelen bescha-
digd zijn. Als dit zo is, gebruik dan het
vuldraadlasapparaat niet. Neem contact
op met de fabrikant via het aangegeven
serviceadres.
Verwijder alle beschermende folies en
overige transportverpakkingen.
Controleer of de levering compleet is.
z Montage
z Lasschild monteren
Plaats het donkere lasglas
naar boven in het schild
Het opschrift van het donkere lasglas
21
moet nu vanaf de voorzijde van het
beschermingsschild zichtbaar zijn.
Schuif de handgreep
de passende uitsparing van het schild,
tot deze vastklikt (zie afb. D).
z Vuldraad aanbrengen
Om het gevaar van een
WAARSCHUWING
elektrische schok, een letsel of een beschadi-
ging te vermijden, trekt u voor elk onderhoud
of werkvoorbereidende activiteit de stroom-
stekker uit het stopcontact.
Opmerking: naargelang de toepassing
zijn er verschillende lasdraden nodig. Met
dit apparaat kunnen lasdraden met een dia-
meter van 0,6–1,0 mm worden gebruikt.
Aanvoerrol, lasmondstuk en draaddiame-
ter moeten altijd bij elkaar passen. Het
40
NL/BE
21
met de tekst
20
(zie afb. C).
22
van binnenaf in
apparaat is geschikt voor draadrollen tot
maximaal 1000 g.
Ontgrendel en open de afdekking voor
de draadaanvoereenheid
vergrendeling omhoog te drukken.
Ontgrendel de roleenheid door de rol-
houder
29
tegen de wijzers van de klok
in te draaien (zie afb. F).
Trek de rolhouder
(zie afb. F).
Opmerking: Let erop dat het uiteinde
van de draad niet loskomt waardoor de rol
op eigen kracht afrolt. Het uiteinde van de
draad mag pas tijdens de montage worden
losgemaakt.
Pak de vuldraad-lasspoel
uit, zodat deze ongehinderd kan wor-
den afgerold. Maak het uiteinde van de
draad echter nog niet los (zie afb. G).
Plaats de draadrol op de as. Let erop dat
de rol aan de zijde van de draaddoor-
31
voer
wordt afgewikkeld (zie afb. G).
Plaats de rolhouder er
vergrendel deze door aan te drukken
en met de wijzers van de klok mee te
draaien (zie afb. G).
Draai de stelschroef
deze omlaag (zie afb. H).
Draai de drukroleenheid
zijkant weg (zie afb. I).
Maak de aanvoerrolhouder los
door tegen de wijzers van de klok in te
draaien en trek hem er naar voren af
(zie afb. J).
Controleer op de bovenzijde van de
19
aanvoerrol
of de juiste draaddikte
is aangegeven. Indien nodig moet de
aanvoerrol worden omgedraaid of ver-
vangen. De meegeleverde lasdraad
(Ø 0,9 mm) moet in de aanvoerrol
met de aangegeven draaddikte van
Ø 0,9 mm worden gebruikt. De draad
moet zich in de voorste groef bevinden!
Plaats de aanvoerrolhouder
op en schroef deze met de wijzers van
de klok mee vast.
1
door de
van de as af
29
17
volledig
29
weer op en
27
los en zwenk
28
naar de
30
19
30
er terug