Anleitung_BG_PM_46_2_S_BS_SPK7:_
NL
meermaals. Vergewis u er zich van dat de
trekkabel gemakkelijk beweegt.
2. Rijhendel/koppelingshendel (fig. 5a, pos. 1b): Als
u deze hendel bedient (fig. 5c) wordt de
koppeling voor de rijaandrijving gesloten en de
grasmaaier begint met draaiende motor te rijden.
Laat de rijhendel op tijd los om de rijdende
grasmaaier te stoppen. Oefen het aanzetten en
stoppen voordat u voor de eerste keer gras afrijdt
tot u vertrouwd bent met het rijgedrag.
3. Waarschuwing: het maaimes roteert als de
motor wordt gestart.
Belangrijk! vóór het starten van de motor
beweegt u de motorrem meermaals om te
controleren of de stopkabel naar behoren werkt.
Let op ! de motor is berekend voor de
maaisnelheid voor gras, voor het uitwerpen van
het gras in de opvangzak en voor een lange
levensduur.
4. Controleer het oliepeil.
5. Gebruik voor het ingieten van benzine een
trechter en maatbeker. Vergewis u er zich van dat
de benzine schoon is.
Waarschuwing : gebruik altijd enkel een
veiligheidsbenzineblik. Rook niet bij het ingieten van
benzine. Zet de motor af en laat de motor enkele
minuten afkoelen voordat u de tank vult.
6. Vergewis u er zich van dat de ontstekingskabel
aangesloten is op de bougie.
7. Ga achter de motormaaier staan. Eén hand moet
aan de motorstart/stophendel zijn. De andere
hand moet aan de startergreep zijn.
7.1 Vóór het maaien
Belangrijke aanwijzingen :
1. Trek de gepaste kledij aan. Draag vast schoeisel
en geen sandalen of tennisschoenen.
2. Controleer het mes. Een mes dat krom gebogen
of anders beschadigd is dient door een originele
mes te worden vervangen.
3. Het vullen van de brandstoftank dient in open
lucht te gebeuren. Gebruik een vultrechter een
een maatbeker. Veeg overgelopen benzine weg.
4. Lees de handleiding en volg die op alsook de
instructies aangaande de motor en de
hulpstukken. Bewaar de handleiding toegankelijk
ook voor andere gebruikers van het toestel.
5. Uitlaatgassen zijn gevaarlijk. Start de motor enkel
in open lucht.
6. Vergewis u er zich van dat alle
veiligheidsinrichtingen voorhanden zijn en naar
behoren werken.
7. Het toestel mag enkel door een persoon worden
bediend die ertoe geschikt is.
74
29.07.2010
10:52 Uhr
Seite 74
8. Het maaien van nat gras kan gevaarlijk zijn. Maai
gras zo veel mogelijk droog.
9. Draag uw kinderen of andere personen op, op
afstand van de maaier te blijven.
10. Maai nooit bij slecht zicht.
11. Raap vóór het maaien her en der verspreid
liggende losse voorwerpen van de grond op.
7.2 Instructies voor het correct gras afrijden
LET OP! Open de uitwerpklep nooit als de
grasopvanginrichting leeg wordt gemaakt en de
motor nog draait. Het roterende mes kan letsels
veroorzaken.
Maak de uitwerpklep en de grasopvangzak steeds
zorgvuldig vast. Als u die wilt verwijderen, moet u
voordien verplicht de motor stopzetten.
De door de geleidestangen gegeven
veiligheidsafstand tussen meskooi en gebruiker dient
steeds in acht te worden genomen. Tijdens het
maaien en veranderen van rijrichting op bermen en
hellingen dient u bijzonder voorzichtig te werk te
gaan. Let op een veilige stand, draag schoenen met
slipvaste zolen met stroef profiel en een lange broek.
Maai steeds dwars over de helling.
Op hellingen van meer dan 15% mag om
veiligheidsredenen het gras niet met de maaier
worden afgereden.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewegen
en trekken van de maaier. Struikelgevaar!
7.3 Het gras afrijden
Maai enkel met een scherp en intact mes zodat de
grashalmen niet uitrafelen en het gazon niet geel
wordt.
Om een keurig maaipatroon te bereiken leidt u de
maaier in zo recht mogelijke banen. De banen
moeten elkaar steeds overlappen met enkele
centimeters zodat er geen stroken blijven staan.
De onderkant van het koetswerk van de maaier
schoon houden en afgezet gras zeker verwijderen.
Afgezet materiaal bemoeilijkt het starten, doet
afbreuk aan de maaikwaliteit en belemmert het
uitwerpen van het gras. Op hellingen moet de
maaibaan steeds dwars over de helling verlopen. Ein
Abgleiten des Rasenmähers lässt sich durch
Schrägstellung nach oben verhindern. Kies de
maaihoogte naargelang de werkelijke lengte van het
gras. Rijdt het gras in meerdere beurten af zodat het
gras per beurt maximaal 4 cm korter wordt gereden.