Lichtgewicht voetsteun
De hoek van de voetsteun kan worden aangepast door de
schroeven (2) los te draaien. De beschermingspanelen voor de
zijkant kunnen via de gaatjes (3) aan de voetsteun worden
bevestigd. Hierdoor wordt voorkomen dat de voeten per ongeluk
van de voetsteunen glijden, (Fig. 6.15). Controleer na
aanpassingen altijd of alle schroeven correct zijn aangedraaid
(zie ook de pagina betreffende draaikracht/torque).
Fig. 6.15
3
2
Lengte van het onderbeen (Fig. 6.16)
Door de bout los te draaien (1), kunt u de lengte van de steun
voor het onderbeen aanpassen. Draai de bout los en verstel de
buis met de voetenplaat naar de gewenste positie.
Draai de schroeven weer vast. (zie de pagina over torque).
Controleer goed of de plastic verbinding in de juiste positie
onder de schroef is geplaatst.
Controleer goed of de plastic verbinding in de juiste positie
onder de schroef is geplaatst.
WAARSCHUWING!
•
Begeleider: ga niet op de voetenplaat staan! Zelfs als de
gebruiker in de stoel zit, bestaat het gevaar dat de stoel
kantelt, wat tot letsel kan leiden.
•
Gebruiker: ga niet op de voetenplaat staan bij het in- of
uitstappen. Hierdoor kan de rolstoel kantelen, wat tot letsel
kan leiden.
Fig. 6.16
1
54
3
2
Optie lengte compenserende beensteun
(Fig. 6.17 - 6.19)
Om de voetplaat te verwijderen, trekt u aan de hendel (1),
zwaait u de voetplaat naar buiten en tilt u de beensteun op om
deze te verwijderen.
Aanpassing hoogte:
De onderbeenlengte is zeer flexibel en kan worden aangepast
door de schroef (2) los te maken. Stel de geschikte hoogte in en
draai de schroef weer aan.
OpGELET!
De afstand tussen de voetplaat en de grond moet minstens 40
mm zijn.
Aanpassing hoek:
Duw met één hand de hendel (3) naar beneden, terwijl u met de
andere hand de beensteun ondersteunt om het gewicht weg te
nemen. Wanneer een geschikte hoek is bereikt, laat u de hendel
los; de beensteun zal in één van de vooraf ingestelde posities
vergrendelen.
WAARSCHUWING!
•
Houd de handen weg van het aanpassingsmechanisme
tussen het frame en de beweegbare onderdelen van de
voetsteun terwijl u de voetsteun verhoogt of verlaagt.
•
De voetsteunen mogen niet worden gebruikt om de rolstoel
op te tillen of te dragen.
•
Vingers kunnen bekneld raken!
•
Als de voetsteunen omhoog of omlaag worden bewogen,
mag u uw vingers niet in het aanpassingsmechanisme
tussen de bewegende onderdelen van de voetsteun
plaatsen.
FIG. 6.17
1
3
FIG. 6.18
2
FIG. 6.19
Quickie Life Rev.2.0