Voorschriften Voor De Installateur; Reglementaire Installaties- En; Onderhoudsvoorwaarden; Reglementaire Installatievoorwaarden Voor - Atlantic Calista 2 V 25 BN Notice De Référence

Masquer les pouces Voir aussi pour Calista 2 V 25 BN:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Calista 2 V .. BN, code 026626, code 600011, code 600012

2 Voorschriften voor de installateur

Reglementaire installaties- en

2.1

onderhoudsvoorwaarden

De installatie en het onderhoud van het toestel moeten
uitgevoerd worden door een gekwalificeerde vakman
volgens de reglementaire voorschriften en de regels
der kunst in voege.
Reglementaire
2.2
installatievoorwaarden voor België
De installatie en het onderhoud van het toestel moeten
uitgevoerd worden door een gekwalificeerde vakman
volgens de reglementaire voorschriften en de regels
der kunst in voege ondermeer: de normen NBN D
51.003, NBN B 61.001, NBN D 30.003 en het Algemeen
Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.).

De stookplaats

2.3
De stookplaats zal aan de voorschriften die in voege
zijn, moeten beantwoorden.
In geval van een gesloten toestel, bestaat er geen
bijzondere voorzorg betreffende de ventilatie van het
lokaal.
De installatie van dit materiaal is verboden in een
badkamer of een waterplaats.
O m
d e
o n d e r h o u d s w e r k z a a m h e d e n
vergemakkelijken en een gemakkelijke toegang tot de
diverse inwendige elementen mogelijk te maken, moet
men voldoende ruimte rondom de ketel voorzien.

Aansluitleiding

2.4
De stookketel moet verplichtend aangesloten worden:
Hetzij aan het horizontale systeem van concentrische
buizen voor rookafvoer en luchttoevoer type (C13).
Hetzij aan het verticale systeem van concentrische
buizen voor rookafvoer en luchttoevoer type (C33).
De adapter voor muurdoorvoerpijp van de ketel laat toe
om een horizontale of verticale aansluiting te
verwezenlijken door eenvoudige rotatie.
De rookdoos is omkeerbaar (2 schroeven) en de
uitgangas kan excentreerd worden van het midden van
de ketel langs links of rechts.
De sifon van de condensafvoer moet worden op de
riolering aangesloten. In de sifon moet voortdurend ten
minste 30 mm water aanwezig zijn.

Montage van de muurdoorvoerpijp

2.5
De verbindingspijp moet demonteerbaar zijn.
Het eindstuk, de verlengstukken Ø 80-125 en bochten
zijn toebehoren van atlantic en zijn compatibel met de
Ubbink en Poujoulat producten.
Het is ten strengste verboden de rechte stukken in te
korten. Gebruik de verschillende atlantic-kits met
aansluitleidingen.
F
Huisbrandolie is een product dat een kleine
hoeveelheid zwavel bevat, die echter aanleiding
Gebruiksaanwijzing "1148"
k a n g e v e n t o t d e v o r m i n g v a n z u r e
condensaten.
Deze kunnen bepaalde gevelberapingen, bevloeringen
of andere poreuze materialen bevuilen of aantasten in
een straal tot 8 meter afhankelijk van de oriëntatie van
het eindstuk van de muurdoorvoerpijp.
Hiermee moet rekening gehouden worden bij de
p o s i t i o n e r i n g
muurdoorvoerpijp.
Het is aanbevolen te vermijden dat de uitgang van de
m u u r d o o r v o e r p i j p t e g e n d e o v e r h e e r s e n d e
windrichting of in een zone met wervelwinden geplaatst
wordt.
2.5.1 Horizontale concentrische
muurdoorvoerpijp (C13)
Aanbevelingen
De leiding moet door de muur rechtstreeks buiten
uitkomen.
De opening van rookuitlaat en luchttoevoer moet
geplaatst worden op ten minste 1 m van iedere
o p e n g a a n d e d e u r o f v e n s t e r e n v a n i e d e r e
luchtopening voor de ventilatie.
Als de afvoer op openbare of eigen weg gebeurt, moet
de opening op ten minste 2 m van de grond geplaatst
w o r d e n
e n
b e s c h e r m d
buitentussenkomst die schadelijk zou zijn voor de
t e
goede werking van deze installatie.
Als de straat of eigen weg ver genoeg ligt ten minste
2 m, mag de opening van rookuitlaat –luchttoevoer op
minder dan 2 m van de grond uitkomen.
I n d i t g e v a l i s h e t a a n g e r a d e n v a n e e n
b e s c h e r m i n g r o o s t e r
verbrandingsrisico's te vermijden.
Wa n n e e r h e t e i n d s t u k b o v e n e e n h o r i z o n ta l e
oppervlakte uitkomt (grond, terras) moet een afstand
van 0,50 m worden voorzien tussen de onderkant van
het eindstuk en de oppervlakte.
Maximale toegelaten rechtlijnige lengte = 7 m vanaf de
aanpasstuk op de ketel.
Montage van de muurdoorvoerpijp
-
De montage uitvoeren van de toebehoren (eindstuk,
verlenginstukken, bochten, akoestische filter en
a a n p a s s t u k ) . D e d i c h t i n g v a n d e l i p v o e g e n
kontroleren. Deze dichtingen moeten op voorhand
met zeepwater worden ingevreven.
-
De plaatsing van de ketel bepalen tegenover de
uitgang van de muurdoorvoerpijp.
-
Een gat van Ø 150 mm in de muur boren met een
daling van 1% naar buiten.
-
Het geheel gemonteerde muurdoorvoerpijp in het gat
schuiven en het op de aansluitingsdoos van de
muurdoorvoerpijp van de ketel aansluiten.
-
Het eindstuk van de muurdoorvoerpijp in de muur
metselen.
-
De muurplaat en eventueel de beschermingsplaat
plaatsen.
-
Kontroleren dat de leidingen luchttoevoer en
rookafvoer goed dicht zijn.
v a n
h e t
e i n d s t u k
z i j n
v a n
t e
p l a a t s e n
v a n
d e
i e d e r e
o m
9

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Calista 2 v 30 bnCalista 2 v 35 bn026626600011600012

Table des Matières