Sunagaz 4000 BI - ref. 021 701 - 021 702
2. Voorschriften voor de installateur
2.1. Reglementaire installaties- en
onderhoudsvoorwaarden
Voor België
De installatie en het onderhoud van het toestel moeten
uitgevoerd worden door een gekwalificeerde vakman
volgens de reglementaire voorschriften en de regels
der kunst in voege (ondermeer: ).
de normen NBN D 51.003, NBN B 61.001, NBN D
30.003 en het Algemeen Reglement op de Elektrische
Installaties (A.R.E.I.).
2.2. De stookplaats
De stookplaats zal aan de voorschriften die in voege
zijn, moeten beantwoorden.
De ketel moet geïnstalleerd worden in een geschikt en
goed verlucht lokaal.
Laat een ruimte van minstens 10 cm aan weerszijden
van het toestel.
Het volume van luchtverversing moet ten minste egaal
zijn aan (P(kW) x 2 ) m3 /h.
De installatie van dit materiaal is verboden in een
badkamer of een waterplaats.
Dit lokaal zal niet vochtig zijn ; de vochtigheid is
schadelijk voor elektrische onderdelen. In een lokaal
met vochtige vloer is het aangeraden een voetstuk te
voorzien van voldoende hoogte.
De waarborg op de warmtewisselaar zou uitgesloten
worden in geval van plaatsing van het toestel in een
chloor -of andere korosief gashoudende omgeving
(kapsallon, wasserij, enz...).
O m
d e
o n d e r h o u d s w e r k z a a m h e d e n
t e
vergemakkelijken en een gemakkelijke toegang tot de
diverse inwendige elementen mogelijk te maken, moet
men voldoende ruimte rondom de ketel voorzien.
Eventueel, de ketel op trilvrije contactblokken plaatsen
of op ook welk ander materiaal dat aangepast is om het
geluidsniveau te beperken dat te wijten is aan trillende
verspreidingen.
2.3. Afvoerleiding
De afvoerleiding moet overeenkomen met de geldende
reglementaire teksten en regels van het vak.
De afvoerleiding moet de juiste afmetingen hebben.
De schoorsteen mag niet op meer dan één toestel
aangesloten worden.
De schoorsteen moet waterdicht zijn.
Ze zal een voldoende thermische isolatie hebben.
2.4. Aansluitleiding
De schoorsteenaansluiting moet overeenkomen met de
geldende reglementaire teksten en regels van het vak.
De schoorsteenleiding mag geen kleinere diameter
hebben dan de gasafvoerbuis van het toestel.
De verbindingspijp moet demonteerbaar zijn.
De afvoerbuis achter het toestel zal op dichte wijze op
de schoorsteen verbonden worden.
8
Gebruiksaanwijzing "1198"