Calista G 2 CH 24, code 600015
2 Voorschriften voor de installateur
2.1
Reglementaire
installatievoorwaarden voor België
De installatie en het onderhoud van het toestel moeten
uitgevoerd worden door een gekwalificeerde vakman
volgens de reglementaire voorschriften en de regels
der kunst in voege ondermeer:
de normen NBN D 51.003, NBN B 61.001, NBN D
30.003 en het Algemeen Reglement op de Elektrische
Installaties (A.R.E.I.).
2.2
De stookplaats
De stookplaats zal aan de voorschriften die in voege
zijn, moeten beantwoorden.
De ketel moet geïnstalleerd worden in een geschikt en
goed verlucht lokaal.
Het volume van luchtverversing moet ten minste egaal
3
zijn aan (P(kW) x 2 ) m
De installatie van dit materiaal is verboden in een
badkamer of een waterplaats.
Dit lokaal zal niet vochtig zijn ; de vochtigheid is
schadelijk voor elektrische onderdelen. In een lokaal
met vochtige vloer is het aangeraden een voetstuk te
voorzien van voldoende hoogte.
F
De waarborg op de warmtewisselaar
uitgesloten worden in geval van plaatsing van
het toestel in een chloor -of andere korosief
gashoudende omgeving (kapsallon, wasserij,
enz...).
O m
d e
o n d e r h o u d s w e r k z a a m h e d e n
vergemakkelijken en een gemakkelijke toegang tot de
diverse inwendige elementen mogelijk te maken, moet
men voldoende ruimte rondom de ketel voorzien.
2.3
Afvoerleiding
De afvoerleiding moet overeenkomen met de geldende
reglementaire teksten en regels van het vak.
De afvoerleiding moet de juiste afmetingen hebben.
De schoorsteen mag niet op meer dan één toestel
aangesloten worden.
De schoorsteen moet waterdicht zijn.
Ze zal een voldoende thermische isolatie hebben.
2.4
Aansluitleiding
De schoorsteenaansluiting moet overeenkomen met de
geldende reglementaire teksten en regels van het vak.
De schoorsteenleiding mag geen kleinere diameter
hebben dan de gasafvoerbuis van het toestel.
De plaatsing van een trekregelaar is aanbevolen
wanneer de depressie in de schoorsteen hoger is dan
30 Pa.
De rookdoos is omkeerbaar (2 schroeven) en de
uitgangas kan excentreerd worden van het midden van
de ketel langs links of rechts.
De verbindingspijp moet demonteerbaar zijn.
8
/h.
2.5
Hydraulische aansluitingen
D e a a n s l u i t i n g m o e t o v e r e e n k o m e n m e t d e
reglementaire voorschriften en de regels der kunst in
voege.
Het toestel zal op de installatie aangesloten worden
door middel van Union-verbindingen en van kraantjes
om zijn demontage te vergemakkellijken.
Eventueel, de ketel met behulp van flexibels van 0,5 m
van de hydraulishe kringomloop isoleren om het
geluidsniveau te verminderen dat te wijten is aan
trillende verspreidingen.
2.5.1 Aansluiting van de stookketel op de
radiatorenomloop
•
De circulatiepomp verwarming op de leiding vertrek of
retour plaatsen.
Voor een goede werking en om het geluidsniveau te
beperken, moet de circulatiepomp aan de installatie
aangepast worden.
Eventueel de circulatiepomp van de hydraulische
kringloop isoleren met behulp van flexibels ten einde het
geluidsniveau te beperken dat te wijten is aan trillende
verspreidingen.
•
Een gesloten expansievat op de installatie plaatsen.
zou
Het expansievat moet aan de installatie aangepast zijn.
Een veiligheidsklep gekalibreerd op 3 bar op de installatie
plaatsen.
De evacuatie van de veiligheidklep op de riolering
t e
aansluiten.
Het expansievat, de toebehoren en de expansiebuis
moeten worden beschermd tegen vorst.
•
Indien het toestel op de hoge punt geplaatst wordt van
de installatie (b.v. op de zolder) zal een zekerheid
"gebrek aan water" geplaatst moeten worden.
2.5.2 Aansluiting van de stookketel op de
sanitaire omloop
Op de ingang van het koude water een veiligheidsgroep
plaatsen met een klep gekalibreed op 7 bar. Deze groep
zal aangeloten worden op de riolering.
Ten einde de lediging te verzekeren van de boiler door
heveling, is het aangeraden de veiligheidsgroep onder
het niveau van de boiler te plaatsen.
Eventueel, op de uitgang sanitair warm water, een
thermostatische mengkraan plaatsen.
2.6
De gasaansluiting
De aansluiting van het toestel op het gasdistributienet
zal uitgevoerd moeten worden volgens de voorschriften
in voege, (Norm NBN 51-003).
De sektie van de buizen zal berekend worden in funktie
van de debieten en de druk van het distributienet.
Een gaskraan KVBG zal bij de ketel geplaatst worden.
Gas kraan KVGB voor Belgie.
Gebruiksaanwijzing "1206"