Nederlands
H
LET OP
■ Als weer op lagere hoogte met de kettingzaag
wordt gewerkt kan de motor oververhit raken.
► Standaardafstelling uitvoeren.
► Hoofdstelschroef H zolang rechtsom
draaien tot de kettingzaag bij de werkzaam‐
heden weer het optimale vermogen heeft.
11.2
Carburateurafstelling aanpas‐
sen voor werkzaamheden bij
temperaturen beneden de
‑10 °C
Als met de kettingzaag wordt gewerkt bij tempe‐
raturen beneden de ‑10 °C, kan de motor niet
meer correct accelereren. De carburateurafstel‐
ling kan dusdanig worden aangepast dat de
motor weer correct accelereert.
► Motor starten en kettingrem lossen.
► motor ca. 1 minuut lang met gasgeven laten
opwarmen.
LET OP
■ Als er weer met de kettingzaag wordt gewerkt
bij temperaturen boven de ‑10 °C, kan het
motorvermogen bij het zagen duidelijk afne‐
men.
► Standaardafstelling uitvoeren.
► Stelschroef stationair toerental L 1/4 slag
linksom draaien.
► Als de zaagketting continu meedraait of de
motor afslaat: stationair toerental instellen.
82
L
11 Met de motorzaag werken
11.3
Kettingzaag vasthouden en
bedienen
► De kettingzaag zo met de linkerhand op de
draagbeugel en de rechterhand op de bedie‐
ningshandgreep vasthouden en bedienen, dat
de duim van de linkerhand om de draagbeugel
en de duim van de rechterhand om de bedie‐
ningshandgreep valt.
11.4
Zagen
WAARSCHUWING
■ Als er een terugslag optreedt kan de ketting‐
zaag naar boven in de richting van de gebrui‐
ker worden geslingerd. De gebruiker kan ern‐
stig of dodelijk letsel oplopen.
► Met vol gas zagen.
► Niet met het bovenste kwart gedeelte van
de zaagbladneus zagen.
► Zaagblad met vol gas zo in de zaagsnede
geleiden dat het zaagblad niet scheef wordt
gedrukt.
► Kam tegen het hout plaatsen en als draaipunt
gebruiken.
► Zaagblad volledig zo door het hout geleiden,
dat de kam altijd weer opnieuw tegen het hout
wordt geplaatst.
► Aan het einde van de zaagsnede het gewicht
van de kettingzaag opvangen.
0458-528-9421-B