• Neem het zaagblad (6) van de binnenflens (32) af en trek
het naar beneden eruit.
• Flensschroef (29), buitenflens (30) en binnenflens (32)
zorgvuldig schoonmaken.
• Het nieuwe zaagblad (6) in omgekeerde volgorde mon-
teren en aanhalen.
• Let op! De afschuining van de tanden, d.w.z. de draairich-
ting van het zaagblad (6), moet overeenkomen met de
richting van de pijl op het huis.
• Voordat u verder werkt controleren of de beschermende
inrichtingen naar behoren werken.
• Let op! Telkens na het verwisselen van zaagblad contro-
leren of het zaagblad (6) al loodrecht staande alsook op
45° gekanteld in het tafelinzetstuk (10) vrij draait.
• Let op! Het verwisselen en richten van het zaagblad (6)
dient naar behoren te worden uitgevoerd.
8.11 Bedrijf laser (fig. 3/19/20)
• Inschakelen: Aan/Uit- schakelaar (34) naar de stand
"1" brengen. Een laserlijn wordt op het te bewerken stuk
geprojecteerd die exact aanduidt langs waar het snijden
dient te gebeuren.
• Uitschakelen: Aan/Uit- schakelaar (34) naar de stand
"0" brengen.
8.12 Justeren van de laser (fig. 20)
Wanneer de laser (33) niet meer de correcte snijlijn aanduidt
kan die worden bijgeregeld. Draai hiervoor de schroeven
(38) los en stel de laser door zijdelingse verschuiving in zo-
dat de laserstraal de snijtanden van het zaagblad (6) raakt.
9. Vervoer
• Vastzetgreep (26) aanhalen om de draaitafel (14) te ver-
grendelen.
• Ontgrendelhefboom (3) bedienen, machinekop (4) om-
laagdrukken en arręteren d.m.v. de borgbout (23). De
zaag is dan in de onderste stand vergrendeld.
• Trekfunctie van de zaag in de achterste stand fixeren
d.m.v. de vastzetschroef voor trekgeleiding (20).
• Machine aan de vaststaande zaagtafel (15) dragen.
• Om de machine opnieuw op te bouwen gaat u te werk
zoals beschreven onder 7.
10. Onderhoud
m Let op! Telkens voor het instellen, het uitvoeren van on-
derhoud of reparaties de stekker uit het stopcontact trekken!
Algemene onderhoudswerkzaamheden
Veeg van tijd tot tijd met een doek houtkrullen en stof van de
machine af. Olie om de levensduur van het apparaat te ver-
lengen eenmaal per maand de draaiende delen. De motor
niet oliën.
Gebruik voor de reiniging van de kunststof geen bijtende
middelen.
48
NL/B E
Borstelinspectie
Controleer de borstels van de koolborstels bij een nieuwe
machine na de eerste 50 bedrijfsuren, of wanneer er nieuwe
borstels gemonteerd zijn. Controleer na de eerste controle
om de 10 bedrijfsuren.
Wanneer de koolstof tot een lengte van 6 mm versleten is,
de veer of de nevensluitingsdraad verbrand of beschadigd
is, moet u beide borstels vervangen. Wanneer de borstels na
het demonteren als inzetbaar beschouwd worden, kunt u ze
weer inbouwen.
Open beide vergrendelingen linksom (zoals in afbeelding
21 weergegeven) om onderhoud aan de koolborstels te ver-
richten. Verwijder vervolgens de koolborstels.
Plaats de koolborstels in omgekeerde volgorde terug.
11. Opbergen
Sla het apparaat en de hulpstukken op een donkere, droge
en vorstvrije plaats en voor kinderen ontoegankelijke plaats
op. De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 5 en 30˚C.
Bewaar het elektrisch apparaat in de originele verpakking.
Dek het elektrisch apparaat af om het tegen stof of vocht te
beschermen.
Bewaar de gebruikshandleiding bij het elektrische apparaat.
12. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar aan-
gesloten. De aansluiting voldoet aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften. De netaansluiting van de
klant en het gebruikte verlengsnoer moeten eveneens
aan deze voorschriften voldoen.
• Het product voldoet aan de eisen van
• EN 61000- 3-11 en valt onder speciale aansluitingsvoor-
waarden. Dat betekent, dat gebruik op een willekeurig vrij
te kiezen aansluitpunt niet toegestaan is.
• Het apparaat kan bij ongunstige elektriciteitsnet- omstan-
digheden tijdelijke spanningsschommelingen opleveren.
• Het product is uitsluitend bestemd voor gebruik op de
aansluitpunten die
a) een maximaal toelaatbare netimpedantie "Z"
(Zmax = 0.382 Ω) niet overschrijden, of
b) een belastbaarheid voor onafgebroken stroom van het
net van minstens 100 A per fase hebben.
• Als gebruiker moet u ervoor zorgen, indien nodig in over-
leg met uw energiebedrijf, dat uw aansluitpunt, waarmee
u uw product gebruiken wilt, aan een van beide genoem-
de eisen a) of b) voldoet.
Belangrijke aanwijzingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf uit. Na
een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de motor weer
worden ingeschakeld.