3.
Algemene veiligheidsinstructies
Lees het onderstaande grondig door!
Aanwijzingen voor de montage
• Verzeker u ervan dat de deur zich in een goede mechanische toestand bevindt.
• Verzeker u ervan dat de deur in iedere positie blijft staan (in balans is).
• Verzeker u ervan dat de deur met de hand gemakkelijk in de richting OPEN en DICHT kan worden
bewogen.
• Verzeker u ervan dat de deur correct opent en sluit.
• Voor het installeren van de bekabeling koppelt u het aandrijfsysteem steeds los van de netspanning.
Verzeker u ervan dat tijdens het installeren van de bekabeling de netspanning onderbroken blijft.
• Neem de plaatselijke veiligheidsbepalingen in acht.
• Installeer de net- en besturingskabels gescheiden. De stuurspanning bedraagt 12 V DC.
Aanwijzingen voor het onderhoud
Om een storingsvrije werking te garanderen, moeten de volgende punten regelmatig worden
gecontroleerd en eventueel worden hersteld. Voor werkzaamheden aan de deurinstallatie moet het
aandrijfsysteem altijd spanningsvrij worden geschakeld.
• Controleer regelmatig de werking van de sluitkantbeveiliging.
• Beschadiging van het rubberbodemprofiel leidt tot verontreiniging van de optische systemen waardoor
deze voortijdig reageren.
Aanwijzingen voor de reiniging
Voor reiniging mag in geen geval worden gebruikt:
Een directe waterstraal, een hogedrukreiniger, zuren en logen.
40
Montage- en bedieningshandleiding, Special 802, 803 NL (#81811)