Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor
Controleer het ingrijppunt van de
koppeling:
(alleen bij machines met aange-
dreven wielen)
– Als de motor draait en de
wielaandrijving uitgeschakeld is,
mag de machine niet vooruit
bewegen.
– Als de motor draait en de
wielaandrijving ingeschakeld is,
moet de machine vooruit rijden.
Afb. 15
Afhankelijk van de uitvoering kan
de wielaandrijvingskabel door
omsteken van bevestigingsgat A
naar B worden bijgesteld.
Aanwijzing
Alleen vereist indien vanwege
slijtage de snelheid bij volledig naar
voren geduwde wielaandrijvings-
beugel steeds minder wordt.
Na de eerste 2–5 bedrijfsuren
olie vervangen, zie bijgevoegd
motorhandboek.
Altijd na het maaien of indien
nodig
Accu opladen.
Eenmaal per seizoen
Ververs de olie. Zie het
meegeleverde motorhandboek.
Smeer de scharnierpunten en de
draaiveer van de uitwerpklep.
Laat de machine aan het einde
van het seizoen nakijken en
onderhouden door een
onderhoudsbedrijf.
Laat accu en oplaadapparaat
regelmatig (minstens 1x per jaar)
door een gespecialiseerd bedrijf
controleren.
Reinigen
Let op
Reinig de machine na elk gebruik.
Een niet gereinigde machine leidt
tot materiaalschade en functiesto
ringen.
Gebruik voor het reinigen geen
hogedrukreiniger.
Grasvanger reinigen
(alleen bij machines met gras-
vanger)
Het reinigen direct na het maaien is
het meest eenvoudig.
De grasvanger verwijderen en
leegmaken.
De grasvanger kan met een
krachtige waterstraal (uit een
tuinslang) worden gereinigd.
De grasvanger voor het volgende
gebruik grondig laten drogen.
Gazonmaaier reinigen
Gevaar
!
Werkzaamheden aan de messen
kunnen verwondingen veroorza
ken. Draag werkhandschoenen
voor uw bescherming.
Let op
Kantel de machine altijd zo dat de
bougie naar boven wijst, zodat door
brandstof of olie geen motorschade
ontstaat.
Spuit de machine niet met water af.
Anders kunnen elektrische delen
beschadigd raken.
Accu en oplaadapparaat tegen
vocht beschermen.
Reinig de machine indien mogelijk
altijd meteen na het maaien.
Batterijvak op motor reinigen
Vreemde voorwerpen en vuil van
het batterijvak op de motor met
een doek en borstel verwijderen.
Machines zonder dekwassysteem:
Reinig de verticuteerruimte en de
uitwerpklep met een borstel,
handveger of lap,
Zet de machine op de wielen en
verwijder alle zichtbare gras- en
vuilresten.
Machines met dekwassysteem:
Afb. 14
Gazonmaaiers met dekwas-
-
systeem zijn uitgevoerd met een
wateraansluiting. Daarmee kunnen
grasresten van de onderzijde van
het maaidek worden afgespoeld en
kan aanslag van corroderende che-
micaliën worden voorkomen. Na
het maaien als volgt te werk gaan:
Machine op een egaal oppervlak
zonder grind, stenen enz.
neerzetten.
Aanwijzing
Uitwerpschacht mag niet naar
huizen, garages en dergelijke
gericht zijn.
Monteer een in de handel
verkrijgbare slangadapter
(optioneel meegeleverd) op een
waterslang en sluit deze aan op
de wateraansluiting van het
maaidek.
Waterkraan opendraaien.
Motor starten en enkele minuten
laten lopen.
-
Motor stoppen en waterslang van
machine losmaken.
Na het reinigen:
Motor starten en enkele minuten
laten lopen om de onderzijde van
het maaidek te drogen.
Motor stoppen.
Opbergen
Gevaar
!
Explosie- en brandgevaar.
Bewaar de machine met brandstof
(benzine) in de tank nooit in ruim
ten waarin brandstofdampen met
open vuur of vonken in aanraking
kunnen komen.
Let op
Schade aan de machine.
– Sla de machine (met een afge
koelde motor) alleen op in
schone en droge ruimten.
– Bescherm de machine tegen cor
rosie bij opslag gedurende een
langere periode, bijv. in de
winter.
– Accu en oplaadapparaat op een
koele en droge plaats bewaren.
– Accu en oplaadapparaat
beschermen tegen vocht, regen,
sneeuw en vorst.
Na het seizoen of wanneer het
apparaat langer dan een maand
niet wordt gebruikt:
Laat de brandstof in een
geschikte bak lopen en behandel
de motor zoals beschreven in het
motorhandboek.
Nederlands
-
-
-
45