Technische beschrijving
6.3
Veiligheidsinrichtingen
LET OP!
A
Indien uw voertuig met een stuurslot is uitgerust, moet u ervoor zor-
gen dat dit niet wordt geactiveerd als de contactsleutel in het con-
tactslot zit of er een versnelling is ingeschakeld.
De snelheidsregelaar is met talrijke veiligheidsinrichtingen uitgerust, die hem
uitschakelen als een of meer van de volgende situaties optreden:
Intrappen van het rempedaal
Gelijktijdig intrappen van gaspedaal en rempedaal (savior-functie)
Indrukken van de ON/OFF-toets op het bedieningselement
Overtoeren van de motor
Afremmen tot 50 % van de ingestelde snelheid
Accelereren tot 150 % van de ingestelde snelheid
Verhoging van het toerental met 150 %
Verlaging van het toerental met 75 %
Uitschakelen van het contact
INSTRUCTIE
I
Indien MagicSpeed niet op een van de andere hierboven beschre-
ven gebeurtenissen reageert, kunt u te allen tijde het contact uit-
schakelen.
De snelheidsregelaar schakelt ook uit, als er sprake is van storingen rondom
het remlicht zoals bijv.
defecte remlichten,
een defecte zekering of
een losgeraakte verbinding bij de remlichtschakelaar.
16
MagicSpeed MS880
NL