Het apparaat in- en uitschakelen
Zorg ervoor dat u de onderstaande procedure volgt om alle apparaten
in te schakelen zodra alles correct is aangesloten (p. 9). Wanneer u
apparatuur in de verkeerde volgorde inschakelt, bestaat het risico op
apparaatstoringen of -defecten.
De stroom inschakelen
1.
Zet de schakelaar [L] op ON.
Na een kort interval kunt u klanken produceren door het klavier te
bespelen.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Nadat u het
apparaat hebt ingeschakeld, duurt het even (enkele seconden)
voordat het normaal werkt.
2.
Gebruik de Volume-knoppen om het volume te wijzigen.
Het volume neemt toe wanneer u op de Volume [+] drukt en neemt af
wanneer u op de Volume [-] drukt.
Dit past het volume van de luidsprekers aan wanneer u de luidsprekers
van het apparaat gebruikt, of het volume van de hoofdtelefoon
wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten. Elke volume-instelling (voor
luidsprekers of hoofdtelefoon) wordt automatisch opgeslagen.
MEMO
Het apparaat is zo ontworpen dat de nuances in de dynamiek van uw
spel zelfs bij laag volume duidelijk hoorbaar blijven en dat het geluid
ook bij een hoog volume helder blijft.
Het apparaat uitschakelen
1.
Zet de schakelaar [L] op OFF.
De referentietoonhoogte instellen
Wanneer u samen met andere instrumenten speelt (of in andere gevallen),
kunt u de standaardtoonhoogte afstemmen op die van een ander
instrument (Master-stemmen).
1.
Kies in "Diverse instellingen (functiemodus)" (p. 12) " F07 " en
druk op de knop [s].
2.
Gebruik de knoppen [-] [+] om de referentietoonhoogte in te
stellen.
Voorbeelden:
Referentietoon-
Display
hoogte
440,0 Hz
40.0
(standaard)
42.0
442,0 Hz
Druk op de knop [s] om terug te keren naar het vorige scherm.
3.
Als u de instelling wilt opslaan, voert u de procedure Memory
Backup uit (p. 12).
4.
Houd de knop [Metronome] ingedrukt en druk op de knop
[Split] om de functiemodus te verlaten.
11